Toets bespreken hst 1

Toets hst 1 
Bespreken & verbeteren
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Toets hst 1 
Bespreken & verbeteren

Slide 1 - Slide

Vraag 1
Geef de definties van de volgende begrippen:
a. Farao
b. Cultuur
c. Irrigatielandbouw
d. Jager-verzamelaar

Pak par. 1.8 voor je neus en
ga nu de begrippen die je verkeerd hebt gedaan verbeteren.

Slide 2 - Slide

Ik heb de begrippen geleerd
JA
NEE

Slide 3 - Poll

Vraag 2
Gebruik bron 1. Bij dit hoofdstuk horen drie kenmerkende aspecten. Dat zijn:
- De leefwijze van jagers en verzamelaars.
- Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
- Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
a. Noem het kenmerkende aspect dat het beste bij bron 1 past. (1 punt) 
b. Leg je antwoord van A uit met één kenmerk (voorbeeld) uit de bron.
(1 punt)

Slide 4 - Slide

Ik heb tijdens de toets begrepen dat ik uit het plaatje een voorbeeld moest zoeken en moest opschrijven bij 2B.
JA
NEE

Slide 5 - Poll

Vraag 3
Noem het verschil tussen de prehistorie en historie. (1 punt)

Weet iemand waar je dit antwoord kunt vinden?

ALs je deze vraag fout had, verbeter de vraag dan met het goede antwoord.


 


Slide 6 - Slide

Vraag 4
Waarom zeggen we over verhalen uit de prehistorie vaak dat het leven van de mensen waarschijnlijk zo gegaan moet zijn? 
(1 punt)

Heel veel antwoorden hadden het volgende: 
'Omdat we het niet zeker weten.'
Waarom weten we dit niet zeker?

Slide 7 - Slide

Vraag 5
Zet de volgende gebeurtenissen op chronologische volgorde (van vroeger naar later). Schrijf alleen de HOOFDLETTERS op. (2 punten)
A. Steppen en toendra’s veranderden in naaldbossen
B. Er kwamen andere dieren zoals beren en herten en het voedsel nam toe.
C. De kampen van jagers en verzamelaars groeiden
D. De eerste boeren dorpen ontstonden
E. Jagers en verzamelaars hoefden minder vaak hun kamp te verplaatsen

Slide 8 - Slide

Ik begrijp deze vraag.
NEE

Slide 9 - Poll

Vraag 5
Zet de volgende gebeurtenissen op chronologische volgorde (van vroeger naar later). Schrijf alleen de HOOFDLETTERS op. (2 punten)
A. Steppen en toendra’s veranderden in naaldbossen
B. Er kwamen andere dieren zoals beren en herten en het voedsel nam toe.
C. De kampen van jagers en verzamelaars groeiden
D. De eerste boeren dorpen ontstonden
E. Jagers en verzamelaars hoefden minder vaak hun kamp te verplaatsen

Slide 10 - Slide

Vraag 6
Gebruik bron 2.
          Is bron 2 een primaire of secundaire bron? (1 punt)

Slide 11 - Slide

Vraag 7
Gebruik bron 2.
          Is bron 2 een geschreven of een ongeschreven bron? 
(1 punt)

Slide 12 - Slide

Vraag 8
Gebruik bron 3.
Een stelling:
‘Jagers-verzamelaars gebruikten alle onderdelen van een dier om van te leven.’
Leg, met een voorbeeld uit de bron, uit dat de stelling klopt. 
(1 punt)


Slide 13 - Slide

Tijdens het maken van vraag 8 heb ik:
A
Bron 3 gelezen, en een voorbeeld uit de tekst in mijn antwoord opgeschreven.
B
Bron 3 gelezen, maar geen voorbeeld uit de bron in mijn antwoord opgeschreven.
C
Bron 3 niet gelezen, ik heb een antwoord opgeschreven dat ik uit het leerboek geleerd heb.
D
Ik begreep vraag 8 niet.

Slide 14 - Quiz

Vraag 8
Gebruik bron 3.
Een stelling:
‘Jagers-verzamelaars gebruikten alle onderdelen van een dier om van te leven.’
Leg, met een voorbeeld uit de bron, uit dat de stelling klopt. 
(1 punt)


Slide 15 - Slide

Vragen met bronnen
In het huiswerk of in toetsen worden bij GS vaak vragen gesteld met bronnen.
Je MOET in het antwoord altijd een deel van de bron gebruiken. 

Slide 16 - Slide

Bron 3
De Clovis-mensen joegen op groot wild en gebruikten steen, been en ivoor om werktuigen te maken: de beroemde speerpunten, schrapers voor het schoonmaken van dierenhuiden, priemen en bijlen. Om projectielpunten te maken gebruikten ze ook ivoor van mammoets en mastodonten. Archeologen spreken van de Clovis-cultuur, die is geïdentificeerd aan de hand van haar technologie met de typische gegroefde, lancetvormige speerpunten.

Slide 17 - Slide

Bron 3
De Clovis-mensen joegen op groot wild en gebruikten steen, been en ivoor om werktuigen te maken: de beroemde speerpunten, schrapers voor het schoonmaken van dierenhuiden, priemen en bijlen. Om projectielpunten te maken gebruikten ze ook ivoor van mammoets en mastodonten. Archeologen spreken van de Clovis-cultuur, die is geïdentificeerd aan de hand van haar technologie met de typische gegroefde, lancetvormige speerpunten.

Slide 18 - Slide

Vraag 9
Gebruik bron 4
Als je de bevolkingspiramide van het Oude Egypte bekijkt, zie je dat de lage en hoge ambtenaren best veel aanzien hebben.
a. Wat betekend het begrip aanzien? (1 punt)
Vraag 9A heb ik niet meegeteld: Aanzien is geen begrip! Foutje!
b. Waarom hebben de lage en hoge ambtenaren meer aanzien dan bijv. kooplieden? (1 punt)

Slide 19 - Slide

Vraag 10
Door irrigatielandbouw namen succesvolle boeren de leiding over de irrigatie in een gebied. 
Noem nog twee gevolgen van irrigatielandbouw. (2 punten)

Pak je aantekeningenschrift! Zoek op in je schrift waar je de gevolgen van irrigatielandbouw kunt vinden. 
Schrijf, als dit nodig is, de goede antwoorden op.

Slide 20 - Slide

In mijn voorbereiding op de toets heb ik ook de aantekeningen geleerd.
JA
NEE

Slide 21 - Poll

Vraag 11
Egypte wordt ook wel ‘het geschenk van de Nijl’ genoemd.
 Leg uit wat er met deze uitspraak bedoeld wordt. (1 punt)

Heb je deze vraag kunnen leren?

Slide 22 - Slide

Vraag 12
Gebruik bron 5.
In de bron kun je een taak van een farao zien. 
Welke taak zie je in bron 4? 
Leg uit hoe je dat kunt zien in de bron. (2 punten)

Wie weet waar de taken van de farao in het boek staan opgeschreven?

Slide 23 - Slide

Vraag 12
Wat doet deze farao nu op dit plaatje?


Slide 24 - Slide

Vraag 13
Gebruik bron 6.
 Leg met één voorbeeld uit de bron uit waarom het voor de farao
 belangrijk was om het schrift te gebruiken. (1 punt)

Slide 25 - Slide