les 6 observeren

Observeren Signaleren en Rapporteren
Les: Observatietechnieken en methodes
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Observeren Signaleren en Rapporteren
Les: Observatietechnieken en methodes

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
Deel 1:
1. Lesdoelen
2. Theoretische gedeelte over:

  • Observatie technieken
3. maken Thieme Meulenhoff
4. Afsluiting les

Slide 2 - Slide

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

5 min. Welkom en AWR
10 min. Energizer
4 min. lesdoelen
3 min. Programma
10 min  Theoretische gedeelte
15 min  Opdracht valkuilen
10 min Welke valkuilen horen bij de situatie (klassikaal)
15 min Leeractiviteit 5
5 min Check Lesdoelen
5 min Afsluiting les

82 min. totaal




Lesdoelen
  • Je kunt na de les  vertellen welke observatietechnieken er zijn bij observeren.
  • Je kunt na de les vertellen welke observatie methodes er zijn.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waarnemen , signaleren, interpreteren, observeren
Waarnemen: heeft betrekking op het waarnemen van prikkels. Je hoort, ziet en ruikt wat er gebeurt op straat / thuis / school / werk. Dit doe je de hele dag.

Signaleren: Hierbij merk je bijzonderheden op en speel je daar vervolgens op in. 

Interpreteren: Hierbij geef je betekenis aan de verzamelde informatie en vervolgens handel je daarnaar. 
Observeren: Observeren is het (bewust) waarnemen van een persoon en het beschrijven van wat je ziet!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Observatietechnieken
Participerend observeren
Dit houdt in dat je mee doet aan de activiteit. Je bent actief bezig en observeert tegelijkertijd. Dit doe je wanneer je nog geen concrete vraagstelling hebt.

Dit wordt ook wel interne observeren genoemd.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

 Niet-participerend observeren
Hierbij doe je niet mee aan de activiteit in de groep. je hebt een specifiek doel wat je wil observeren. 
Vaak is dat als je een complexe observatievraag hebt.

Het wordt ook wel extern observeren genoemd.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Observatiemethodes en technieken

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Werkvorm Observatiemethode
  • We gaan 4 expert groepen maken
  • Elk groepje krijgt een observatiemethode die zij moeten uitwerken op een A3.
  • Je gaat onderzoeken wat voor soort methode het is en geeft hier een praktijkvoorbeeld bij.
  • Je krijgt hier 15 minuten voor.
  • Na 15 minuten presenteren we dit aan elkaar

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Observatietechnieken
  1. vrije observatie
  2. gestructureerde observatie
  3. intervalobservatie
  4. contextuele observatie
timer
10:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Nabespreken opdracht
  • Hoe hebben jullie de opdracht ervaren?
  • Weten jullie nu voldoende over het onderwerp?
  • Even testen d.m.v. een quiz. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is kenmerkend voor een vrije observatie?
A
Je legt gedragingen subjectief vast
B
Je noteert feiten
C
Je observeert af en toe

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Bij een gestructureerde observatie wordt de uitslag vaak in getallen uitgedrukt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Bij een interval observatie , observeer je op wisselende tijden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Bij contextuele observatie gaat het vooral om de cliënt en niet om de omgeving
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voordeel van protocollaire observeren?
A
Cliënten waarbij niets aan de hand is worden ook geobserveerd
B
Je kijkt alleen maar naar vastgestelde onderwerpen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Lesdoelen check

Slide 17 - Slide

This item has no instructions