This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Het onderwerp van een tekst
oriënterend lezen
voorspellen
Slide 1 - Slide
TIP!
Hoe zou jij - in zo weinig mogelijk woorden - aan een ander vertellen waar iets over gaat?
= het onderwerp van de tekst
Slide 2 - Slide
Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst. Je kunt met één of met een paar woorden zeggen wat het onderwerp is, bijvoorbeeld: huisdieren, vriendschap of nieuw winkelcentrum Lelystad.
Als je weet wat het onderwerp van een tekst is, dan begrijp je de tekst beter als je die helemaal gaat lezen.
Om het onderwerp te vinden, lees je de tekst alleen oriënterend: je bekijkt de tekst en je leest het eerste stukje van de tekst.
Slide 3 - Slide
Zo vind je het onderwerp van een tekst:
1. Bekijk de tekst:
- Kijk naar de titel.
- Kijk naar de foto’s en plaatjes bij de tekst (illustraties).
- Kijk naar de titels die boven tekstgedeeltes staan. Die titels noem je tussenkopjes.
- Kijk of er woorden zijn die anders gedrukt zijn (vet, schuin, GROOT of gekleurd).
2. Lees het eerste stukje (de eerste alinea) van de tekst. Vaak is dat vetgedrukt.
3. Geef antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?
Slide 4 - Slide
OPDRACHT
Je krijgt steeds 10 seconden een afbeelding te zien.
Na elke afbeelding vul jij in wat het onderwerp van de afbeelding is.
Je mag niet meer dan 2 woorden gebruiken (!)
Slide 5 - Slide
timer
0:30
Slide 6 - Slide
Vul nu in wat het onderwerp van de afbeelding is.
Slide 7 - Open question
timer
0:30
Slide 8 - Slide
Vul nu in wat het onderwerp van de afbeelding is.
Slide 9 - Open question
timer
0:30
Slide 10 - Slide
Vul nu in wat het onderwerp van de afbeelding is.
Slide 11 - Open question
timer
0:30
Slide 12 - Slide
Vul nu in wat het onderwerp van de afbeelding is.
Slide 13 - Open question
OPDRACHT
Je krijgt 60 seconden een stukje tekst te zien.
Het is steeds de titel en de inleiding.
Na elke slide vul jij in wat het onderwerp van de tekst is.