Onderwerp

Het onderwerp van een tekst
oriënterend lezen

voorspellen

 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het onderwerp van een tekst
oriënterend lezen

voorspellen

 

Slide 1 - Slide

TIP!

Hoe zou jij - in zo weinig mogelijk woorden - aan een ander vertellen waar iets over gaat?

= het onderwerp van de tekst

Slide 2 - Slide

OPDRACHT
Je krijgt steeds 30 seconden een afbeelding te zien. 
Na elke afbeelding vul jij in wat het onderwerp van de afbeelding is.
Je mag niet meer dan 2 woorden gebruiken (!)

Slide 3 - Slide

Hoe ga je aan het werk?
1) Lees altijd het kopje 'Voor je begint'.
2)Lees eerst de theorie 'Onderwerp van een tekst'. Het is belangrijk om te weten hoe je het onderwerp van een tekst vindt, dit is namelijk de basis van
leesvaardigheid.

Doel: - aan het eind van deze les weet je hoe je het onderwerp van een tekst kunt vinden.
          - aan het eind van deze les kun je de theorie over het onderwerp toepassen.



Slide 4 - Slide

timer
0:30

Slide 5 - Slide

Vul nu in wat het onderwerp van de afbeelding is.

Slide 6 - Open question

timer
0:30

Slide 7 - Slide

Vul nu in wat het onderwerp van de afbeelding is.

Slide 8 - Open question

timer
0:30

Slide 9 - Slide

Vul nu in wat het onderwerp van de afbeelding is.

Slide 10 - Open question

timer
0:30

Slide 11 - Slide

Vul nu in wat het onderwerp van de afbeelding is.

Slide 12 - Open question

OPDRACHT
Je krijgt steeds 60 seconden een stukje tekst te zien.
Het is steeds de titel en de inleiding.
Na elke slide vul jij in wat het onderwerp van de tekst is.
Je mag niet meer dan 3 woorden gebruiken (!)

Slide 13 - Slide

timer
1:00

Slide 14 - Slide

Vul nu in wat het onderwerp van de tekst is

Slide 15 - Open question

timer
1:00

Slide 16 - Slide

Vul nu in wat het onderwerp van de tekst is

Slide 17 - Open question

timer
1:00

Slide 18 - Slide

Vul nu in wat het onderwerp van de tekst is

Slide 19 - Open question

Het onderwerp van een tekst zeg je :
A
in een hele zin
B
altijd in 1 woord
C
in twee zinnen
D
in 1 of een paar woorden

Slide 20 - Quiz