This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Smart-doelen, pop en pap
Persoonlijk Ontwikkel Plan
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les...
Kan je toelichten waar de afkorting SMART voor staat.
Kun je benoemen waarom doelen SMART geformuleerd moeten worden.
Kun je beoordelen of een doel SMART is geformuleerd.
Kun je een doel SMART formuleren.
Ken je de functie van een pop en pap
Kun je een pop en pap opstellen
Slide 2 - Slide
Wat weten jullie al van SMART doelen?
Slide 3 - Mind map
Slide 4 - Video
Waarom moeten doelen
SMART geformuleerd worden?
Je weet wat je moet doen/ gericht te werk
Je vergroot daarmee de kans dat je het doel behaald
Je kan controleren of je het doel hebt behaald
Zelfvertrouwen op te bouwen (ik kan het!)
Slide 5 - Slide
Belangrijkste regel
Specifiek zijn
Waarom is meer sporten of meer afvallen geen specifiek doel?
Slide 6 - Slide
Specifiek
Voorkomen dat het doel vaag is.
Wat moet ik doen om dit doen te behalen?
Wat wil je bereiken?
Wie zijn erbij betrokken?
Waar ga je het doel uitvoeren?
Is het een concreet doel?
Waarom wil je dit doel bereiken?
Slide 7 - Slide
Meetbaar
Wanneer weet je of je je doel hebt bereikt? Je doel moet meetbaar zijn. Bij afvallen kun je kiezen voor aantal kilo’s. Bij sporten kun je kiezen voor het aantal sportsessies per week.
Slide 8 - Slide
Acceptabel
Sluit het doel aan bij de opdracht?
Je weet waarom je het doel wilt bereiken
Slide 9 - Slide
Realistisch
Is het doel haalbaar?
Niet te moeilijk en niet te makkelijk
Slide 10 - Slide
Tijdgebonden
Wat is de periode dat het doel gerealiseerd moet zijn?
Wanneer ben je klaar?
Wanneer is het doel behaald?
Slide 11 - Slide
Door elke dag een uurtje te fietsen wil ik na 10 weken 2,5 kilo afvallen.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd
Slide 12 - Quiz
Client N wil tijdens het ontbijt voldoende eten.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd
Slide 13 - Quiz
Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?
A
Dat is slimmer
B
Om te checken of ze behaald zijn
C
Het staat mooier
D
Om tussentijds te checken of je de goede dingen doet
Slide 14 - Quiz
Client N wil in de komende 2 maanden iedere dag 2 ons groenten en 2 stuks fruit eten.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd
Slide 15 - Quiz
Geef een voorbeeld van een SMART doel
Slide 16 - Open question
Waar staat de afkorting SMART voor?
Slide 17 - Open question
Geef een voorbeeld van een persoonlijke doel t.b.v. jouw BPV-plan
Slide 18 - Open question
jouw persoonlijke doelen formuleer je in een persoonlijk ontwikkelingsplan
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quiz
P.o.p. (Persoonlijk Ontwikkel Plan)
Je POP bestaat uit minimaal 2 concrete leer- en/of ontwikkeldoelen:
Denk aan:
• Kennisdoel (hoofd)
• Houdingsdoel (hart)
• Vaardigheidsdoel (handen)
Slide 20 - Slide
P.o.p. (Persoonlijk Ontwikkel Plan)
• Motivatie, waarom heeft dit doel prioriteit?
• Is dit doel door jezelf geformuleerd of komt dit voort uit feedback van anderen?
Slide 21 - Slide
In je PAP geef je aan welke acties en/of activiteiten je gaat inzetten om je leerdoelen te behalen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quiz
P.a.p. (Plan Van Aanpak)
In je PAP geef je per leerdoel antwoord op de volgende vragen: