Kleurengrammatica herhaling 1A2

Kleurengrammatica herhaling 1A2
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kleurengrammatica herhaling 1A2

Slide 1 - Slide

Dit ben ik. Dit is mijn jas.

Slide 2 - Slide

Dit ben jij. Dat is jouw jas.

Slide 3 - Slide

Zij is een meisje. Dit is haar jas.

Slide 4 - Slide

Dit is een jongen. Dit is zijn jas.

Slide 5 - Slide

Ik heb ..... telefoon.
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 6 - Quiz

Jij hebt een tas. Het is ..... tas.
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 7 - Quiz

Ik heb een telefoon. Dit is ..... telefoon.
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 8 - Quiz

Hij heeft ..... pen.
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 9 - Quiz

Zij heeft een zus. Het is ...... zus.
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 10 - Quiz

Jij gaat naar huis. Het is ..... huis.
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 11 - Quiz

wie - doet

Slide 12 - Slide

Wie - woorden

Slide 13 - Mind map

Doet-woorden

Slide 14 - Mind map

Wij
Zij 
Hij 
dragen
zien
wachten

Slide 15 - Drag question


A
Hij betaal
B
Hij betaalt
C
Hij betalen

Slide 16 - Quiz


A
De kinderen luister
B
De kinderen luistert
C
De kinderen luisteren

Slide 17 - Quiz


A
De auto ben groot
B
De auto bent groot
C
De auto is groot
D
De auto zijn groot

Slide 18 - Quiz


A
Ik koop eten
B
Ik koopt eten
C
Ik kopen eten

Slide 19 - Quiz

Ik .... naar de supermarkt.

Slide 20 - Open question

Jij ...... koffie.

Slide 21 - Open question

De schoenen ..... rood.

Slide 22 - Open question

Ik ...... een broek.

Slide 23 - Open question