What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
21/10 Formuleren H2 -4 1Mha
vrijdag 21/10 1mh
stillezen (10 min)
FORMULEREN (bij Spelling)
uitleg trappen van vergelijking Formuleren 4
maken opdrachten blz. 225
test
1 / 39
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
vrijdag 21/10 1mh
stillezen (10 min)
FORMULEREN (bij Spelling)
uitleg trappen van vergelijking Formuleren 4
maken opdrachten blz. 225
test
Slide 1 - Slide
Stillezen
Pak je boek of leen er een van mij. Mag dit keer ook een tijdschrift zijn.
timer
10:00
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Trappen van vergelijking
Slide 4 - Slide
stellende trap
vergrotende trap
overtreffendetrap
groot
grot
er
groot
st
duur
duurd
er
duur
st
fijn
fijn
er
fijn
st
fantastisch
fantastisch
er
mee
st
fantastisch
Trappen van vergelijking
Slide 5 - Slide
Afwijkende vergrotende en overtreffende trap
Deze moet je onthouden:
Weinig - minder - minst
Veel - meer - meest
Goed - beter - best
Graag - liever - liefst
Slide 6 - Slide
Welke zin is goed?
Hij is groter
dan
ik.
of
Hij is groter
als
ik.
Slide 7 - Slide
Als of dan?
Vul de zin aan met de persoonsvorm. Dan kun je horen wat er moet staan.
Voorbeeld: Zij kan mooi
er
tekenen
dan
ik (kan).
Mijn docent is
net zo
groot
als
ik. (ben)
Bij een verschil gebruik je
dan.
Bij een overeenkomst (zelfde) gebruik je
als.
Slide 8 - Slide
maken Formuleren 4 blz. 224
FORMULEREN (bij Spelling)
maken blz. 225 opdracht 1 samen
opdracht 2 tot en met 5 zelfstandig
tijd over: test
Slide 9 - Slide
Er zijn drie trappen in de trappen van vergelijking. Welke hoort er niet bij?
A
stellende trap
B
vergelijkende trap
C
overtreffende trap
D
vergrotende trap
Slide 10 - Quiz
Welke 'trappen van vergelijking' zijn goed?
A
mooi - meer mooi - mooist
B
mooi - mooier - mooist
C
mooi - lelijker - lelijkst
D
mooi - minder mooi - lelijk
Slide 11 - Quiz
Trappen van vergelijking:
vreemd - vreemder - .............
A
vreemdst
B
vreemst
C
meest vreemd
Slide 12 - Quiz
De trappen van vergelijking:
triest-triester-
A
triestst
B
meest triest
Slide 13 - Quiz
Wat is de volgorde van de trappen van vergelijking van ...?
lief
A
lief, liefer, liefst(e)
B
liefst(e), liever, lief
C
lief, liever, liefst(e)
D
liever, lief, liefst(e)
Slide 14 - Quiz
De trappen van vergelijking:
dwaas-dwazer-...
A
dwaasts
B
dwazerst
C
dwaast
Slide 15 - Quiz
Als of dan?
Mijn zusje is veel sneller...
A
als ik
B
dan ik
C
als mij
D
dan mij
Slide 16 - Quiz
Als of dan?
Wij waren net even snel....
A
als hun
B
als zij
C
dan hun
D
dan zij
Slide 17 - Quiz
Als of dan?
De buurvrouw is creatiever ...
A
dan wij
B
als wij
C
dan ons
D
als ons
Slide 18 - Quiz
Als of dan?
Emma speelt net zo mooi piano ...
A
dan zij
B
dan haar
C
als zij
D
als haar
Slide 19 - Quiz
toets werkwoordspelling
Herkansen na de herfst- of kerstvakantie:
Lise
Hannah
Iris
Max
Isa
Karlise
Slide 20 - Slide
Formuleren H2: Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
Het-woorden zijn altijd onzijdig.
Het paard, het boek, het schilderij, het apparaat
De-woorden kunnen mannelijk OF vrouwelijk zijn.
Hoe weet je of een woord mannelijk of vrouwelijk is? -> zoek het woord op in het
woordenboek
Slide 21 - Slide
Let op!
Of een woord mannelijk of vrouwelijk is, heeft meestal niets te maken met mannelijk en vrouwelijk in de gewone betekenis
.
Slide 22 - Slide
Verwijswoorden
Als je het woordgeslacht weet, kun je het juiste verwijswoord kiezen!
Mannelijk = de deze / die
Vrouwelijk = de deze / die
Onzijdig = het dit / dat
Voorbeelden:
1. Meisje (o)
Het
meisje
dat
daar loopt, is mijn beste vriendin.
2. Pen (v)
De
pen
die
ik laatst zocht, heb ik teruggevonden.
3. Laptop (m)
Deze
laptop is stuk.
Slide 23 - Slide
maken Formuleren 3 blz. 222
FORMULEREN (bij Spelling)
maken blz. 222 opdracht 1 -3 in werkboek
maken opdracht 4 en 7
Slide 24 - Slide
Kies het juiste lidwoord!
... huis
A
de
B
het
Slide 25 - Quiz
Kies het juiste lidwoord!
... bal
A
de
B
het
Slide 26 - Quiz
Kies het juiste lidwoord!
... blik
A
de
B
het
Slide 27 - Quiz
Wat is het woordgeslacht?
et
ui
(het; o; meervoud:
etuis)
1. koker, foedraal, omhulsel: een etui voor schrijfgerei
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk
C
Onzijdig
Slide 28 - Quiz
Wat is het woordgeslacht?
k
o
p.te.le.foon
(de; m; meervoud:
koptelefoons
)
1. twee door een verende hoofdband verbonden telefoons
A
Mannelijk
B
Vrouwelijk
C
Onzijdig
Slide 29 - Quiz
Kies het goede verwijswoord!
De appel ... ik gisteravond at.
A
die
B
dat
Slide 30 - Quiz
Kies het goede verwijswoord!
... klasgenootje heeft gespijbeld.
A
Deze
B
Dit
Slide 31 - Quiz
Kies het goede verwijswoord!
De oplader ... ik laatst kocht, is stuk.
A
die
B
dat
Slide 32 - Quiz
maken blz. 220 H2
samen maken blz. 221 opdracht 2
zelfstandig opdracht 3 t/m 6
lezen theorie blz. 222
maken blz. 222 opdracht 1 en 2 -> huiswerk 4 oktober
Slide 33 - Slide
De hond van de buren is heel lief en vrolijk, dus ze kunnen ... makkelijk alleen laten met hun kinderen.
A
hem
B
het
C
hij
D
zij
Slide 34 - Quiz
We kunnen nog niet naar het zwembad, want ... is nog niet open.
A
zij
B
hij
C
het
D
die
Slide 35 - Quiz
Uitlegfilmpje
Bekijk het uitlegfilmpje van Nieuw Nederlands.
Slide 36 - Slide
Geslacht opzoeken
Woordenboek
www.vandale.nl
Slide 37 - Slide
Woordgeslacht
Zelfstandige naamwoorden zijn mannelijk, vrouwelijk of onzijdig.
mannelijk
de
-
vrouwelijk woorden
onzijdig
het
-
woorden
Slide 38 - Slide
Let op!
Het woordgeslacht heeft meestal niets te maken met mannelijk en vrouwelijk in de gewone betekenis.
Slide 39 - Slide
More lessons like this
9 april 1E verwijswoorden
April 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Formuleren paragraaf 2: Mannelijk, vrouwelijk en onzijdig
January 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Formuleren paragraaf 2: Mannelijk, vrouwelijk en onzijdig
November 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
April 2022
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
TV1 - Les 4
October 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
1MH Nederlands 02/06/2022
June 2022
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 1
1MH Nederlands 31/05/2022
May 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 1
Mannelijk, vrouwelijk, onzijdig.
November 2017
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1