Past simple

Unit 2 - Wales
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare school

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Unit 2 - Wales

Slide 1 - Slide

planning


  • Herhaling Unit 2: Wales
  • Past Simple
  • Kahoot

Slide 2 - Slide

Lesson goal
at the end of the lesson... I know how to use the Past Simple

Slide 3 - Slide

Past Simple

Slide 4 - Slide

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.


Slide 5 - Slide

The Past Simple
Bij regelmatige ww                     Bij onregelmatige ww
altijd het hele WW + ed



Achter het werkwoord plaats je 'ed
I walk -> I walked


2e rij (Past Simple) 
Kader blz. 254
Basis blz. 243 

Slide 6 - Slide

Choose the correct Past Simple form:
Nancy ....... with her friends yesterday.
timer
0:20
A
has played
B
played
C
plaied
D
did played

Slide 7 - Quiz

Choose the correct Past Simple form:
NAC ....... young PSV last week. (defeat)
timer
0:20
A
defeat
B
defeated
C
defeats
D
defeateds

Slide 8 - Quiz

Choose the correct Past Simple form:
Famke Louise ...... another bad concert last night.
timer
0:20
A
haved
B
gived
C
has done
D
gave

Slide 9 - Quiz

let's get to work!
Unit 2 Lesson 2 Opdracht 6
timer
5:00
Let op! Onregelmatige werkwoorden (Blz 254

Slide 10 - Slide

Unit 2 Lesson 2 Opdracht 6
  • a.  described                                                
  • b. overlooked
  • c. got                                                                   Zie bladzijde 254
  • d. became                                                          Zie bladzijde 254
  • e. brought                                                          Zie bladzijde 254
  • f. tripped
  • g. tried                                                                Zie bladzijde 254
  • h. took                                                                Zie bladzijde 254
  • i. were                                                                 Zie bladzijde 254

Slide 11 - Slide

Vragen en ontkenningen
Bij alle werkwoorden (regelmatig en onregelmatig) hetzelfde:

Vragen: Did + onderwerp + hele werkwoord
Ontkenningen: Onderwerp + didn't + hele werkwoord

Slide 12 - Slide

Voorbeelden
vragen en ontkenningen
  • (+) It rained very hard.
  • (-) It did not rain very hard.
  • (?) Did it rain very hard?


  • (+) You wrote a letter.
  • (-) You did not write a letter.
  • (?) Did you write a letter?

Slide 13 - Slide

Homework
Unit 2 Lesson 2 Opdracht 6 t/m 8


Klaar? --> woordentrainer paragraaf 2.2


Slide 14 - Slide

Homework
Unit 2 Lesson 2 Opdracht 6 t/m 8


Klaar? --> woordentrainer paragraaf 2.2


Slide 15 - Slide

Past Simple

Slide 16 - Slide

Je gebruikt de Past Simple als...
A
iets gebeurd is in de toekomst
B
iets iedere dag gebeurt
C
iets gebeurd is in het verleden en afgerond is
D
iets nog niet gebeurd is

Slide 17 - Quiz

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.


Slide 18 - Slide

 Regelmatige werkwoorden (rww)

Achter het werkwoord plaats je 'ed'

I walk -> I walked
it rains-> it raineded
they beg-> they begged

Slide 19 - Slide

My sister .......... (play) the guitar last year.

Slide 20 - Open question

Spelling
Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
you move - you moved

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:
I drop - I dropped
they plan - they planned

Slide 21 - Slide

 Spelling
Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:
I carry- I carried
you study- you studied

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:
I play - I played

Slide 22 - Slide

Geef de Past Simple:
I... (live) in Germany.
A
liveed
B
living
C
lived
D
have living

Slide 23 - Quiz

Past Simple - OWW

Er zijn geen regels voor de OWW, je moet ze uit je hoofd leren. Je pakt voor de Past Simple de 2e kolom.

see - saw - seen
come - came - come

Slide 24 - Slide

They ....... (go) home after school yesterday.

Slide 25 - Open question

Past Simple - Vraag/Ontkenning

Vraagzinnen
Did + hele ww (1e kolom):
Did you walk to school yesterday?

Ontkennende zinnen
Didn't + hele www (1e kolom):
You didn't walk to school yesterday.

Slide 26 - Slide

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007
  • this morning

Slide 27 - Slide