Na deze les kun je: het werkwoord ESTAR vervoegen en toepassen.
Via de LessonUP controleren we de antwoorden van opdracht 13 t/m 14. Pak pagina 39 van je WB erbij en vul de juiste antwoorden in. Verbeter je antwoorden waar nodig.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
ESTAR
Na deze les kun je: het werkwoord ESTAR vervoegen en toepassen.
Via de LessonUP controleren we de antwoorden van opdracht 13 t/m 14. Pak pagina 39 van je WB erbij en vul de juiste antwoorden in. Verbeter je antwoorden waar nodig.
Slide 1 - Slide
Opdr 13C 1. El cine____al lado de la panadería.
A
está
B
estás
Slide 2 - Quiz
Opdr 13C 2. Los señores_____en Betanzos.
A
estáis
B
están
Slide 3 - Quiz
Opdr 13C 3. Merche y Mateo_____en casa.
A
estamos
B
están
Slide 4 - Quiz
Opdr 13C 4. Yo______enamorado.
A
estoy
B
estás
Slide 5 - Quiz
Opdr 13C 5. Mi instituto______en la Coruña.
A
están
B
está
Slide 6 - Quiz
Opdr 13C 6. Mi amiga y yo______en el cine.
A
estáis
B
estamos
Slide 7 - Quiz
Opdr 14A 1. ¿Dónde_____los tomates?
Slide 8 - Open question
Opdr 14A 2. Mi casa_______cerca del instituto.
Slide 9 - Open question
Opdr 14A 3. Susana y Álvaro______en el supermercado.
Slide 10 - Open question
Opdr 14A 4. Señor Martinez, ¿cómo____usted?
Slide 11 - Open question
Opdr 14A 5. Merche y yo,_____en el centro.
Slide 12 - Open question
Opdr 14A 6. Vosotros¿_____en casa?
Slide 13 - Open question
Huiswerk
Maak opdracht 14B, let op de + el= del
Bijvoorbeeld: el hospital está cerca del instituto.
Maak opdracht 15ab, bij 15a moet je een vorm van estar gebruiken en een voorzetsel. De vertaling van 'op school' is en el instituto.
Maak opdracht 18.
Lees bron F op pagina 22 van het TB en maak opdracht 19 en 20.