H7 Koningen, heren en denkers. Afsluiting H7

7.2 Burgerlijke cultuur en 
hofcultuur
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

7.2 Burgerlijke cultuur en 
hofcultuur

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Burgerlijk cultuur: stadhuis, A'dam (1649-1655)
Hofcultuur: Slot Schönbrunn, Wenen
(1696-1705/1780)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

midden in de stad
omgeven door parken en bossen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

de Republiek als voorbeeld voor burgerlijke cultuur
Burgerlijke cultuur: in alle aspecten van de samenleving kun je zien dat burgers een belangrijke rol spelen: in politiek, in kunst, in gewoonten en gebruiken.
Van invloed voor het onstaan van de burgerlijke cultuur in de Republiek:
  • geen koning, macht adel zeer beperkt, burgers invloedrijk
  • dmv burgerschap een grote mate van gelijkwaardigheid
  • kunstwerken vaak geïnspreerd op klassieke Rome (ook een republiek) en:
  • de bijbel: normen, waarden en deugden weergegeven
  • betrekkelijk tolerantie 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

burgerlijke cultuur in de schilderkunst:
Thema's:
  • stillevens
  • landschappen
  • religieuze voorstellingen
  • historische gebeurtenissen
  • groepsportretten
  • familieportretten

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

hofcultuur in Frankrijk
  • opdrachtgevers kunstenaars:
  • vorsten, adel en kerk
  • belangrijke thema's:
  • literatuur/theater/muziek/schermen
  • oorlogen > ter meerdere glorie vorsten
  • rk staatskerk > religieuze onderwerpen 


Lodewijk XIV en Maria Thérèse

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Plafond Spiegelzaal,  thema's Oorlog en Vrede

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De zeven verenigde Nederlanden
Frankrijk in de 17e eeuw
Staten-Generaal 
De stadhouder en de raadspensionaris hebben veel gezag
Bijna alle adel woont bij de koning
Het goddelijk recht om te regeren
Republiek
Absolutisme
Mercantilisme
Gouden Eeuw

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Wat is geen reden voor de dominantie van de burgercultuur in de Republiek?
A
geen koning, weinig adel
B
invloed steden
C
huis van Oranje was stadhouder
D
burgerrecht

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

7.3 Wetenschappelijke revolutie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welk begrip hoort niet bij de wetenschappelijke revolutie?
A
systematisch waarnemen
B
experimenteren
C
conclusies trekken
D
goddelijk ingrijpen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Waarheid
Hoofdvraag: wanneer kan iets als waarheid worden beschouwd? 
Kenmerk: niet meer uitgaan van
wat anderen zeggen, 
maar zelf nadenken

Hoe? rationalisme vs. empirisme

Slide 12 - Slide

Wat is waarheid? Als de oude Grieken of Romeinen het vinden? Als het in de Bijbel staat? Of iets anders? Je kunt de wereld niet verklaren door alleen een beroep te doen op het gezag van anderen. Zelf logisch redenenen of systematisch observeren en experimenten was het devies.
Basis moderne wetenschap
Rationalisme:                               Empirisme:
logisch redeneren                        zintuiglijke waarneming        (Descartes)                                   (Bacon)
                                                                         

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

            Rationalisme
Wetenschappers vertrouwden op hun eigen verstand in plaats van het geloof
RationalismeAlleen het gebruik van het menselijk verstand (ratio) kan tot zinnige kennis leiden 
Sapere Aude! 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Empirisme
- Theorie: elk onderzoek moet gebaseerd zijn op 
waarneming, 
ervaring en
experiment: goed kijken naar wat er om je heen gebeurt

- Vergeet het verleden!

- nieuw wereldbeeld 

Slide 16 - Slide

Fundamenten al in de oudheid (Aristoteles en vanaf 14 eeuw gaat men steeds systematischer te werk.
Doel Wetenschappelijke Revolutie
De wetenschappelijke revolutie werd aangewakkerd door het praktische nut dat de wetenschap bleek te hebben voor bijvoorbeeld oorlogvoering en de scheepvaart
Overheden gingen geld stoppen in onderzoek en brachten wetenschappers bij elkaar, zodat ze ideeën konden uitwisselen en samen onderzoek konden doen.
Dat was heel anders dan in de Renaissance toen wetenschappers en uitvinders eenlingen waren en meestal niet gesteund werd door de overheden.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen Wetenschappelijke Revolutie
Grote vooruitgang op veel gebieden
- Geneeskunde, scheepvaart, oorlogsvoering etc.

De West-Europeanen gaan de wereld overheersen


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

oefenen met examenvragen
In 1506 tekende Giovanni Contarini een wereldkaart waarop voor het eerst het continent Amerika was afgebeeld. De kaart werd hierna gedrukt. Leg uit dat de verspreiding van deze kaart bijdroeg aan het veranderende wereldbeeld van de renaissance.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

antwoord: 
Voorbeeld van een juist antwoord is:
Door het (op grote schaal) verspreiden van de kaart met daarop een tot dan toe onbekend continent veranderde in Europa de kennis van / de kijk op de wereld, waardoor het besef groeide dat het bestaande beeld van de wereld niet volledig was / niet klopte (wat bijdroeg tot het veranderende wereldbeeld). 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld van een juist antwoord is:
• Van Royen was waarschijnlijk een aanhanger van Descartes, want hij stelde in zijn boek dat de natuur begrepen kon worden door het verstand / heksen en andere bovennatuurlijke zaken niet bestaan. Dat sluit aan bij het rationalisme van Descartes dat ervan uitgaat dat de mens door het gebruik van zijn redelijke vermogens kan vaststellen wat ware kennis is 2
• Descartes en Van Royen behoorden tot de tijd van de wetenschappelijke revolutie en lieten zien dat redeneren en waarnemen kon leiden tot ware kennis. Dat droeg bij aan de Verlichting, waarin ervan uitgegaan werd dat door de rede/rationeel denken het leven kon worden verklaard 2

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Memo - afsluiting
Maak de vragen: 
H7: vraag 1, 2
H6: vraag 1, 3, 5, 6
H5: 1, 2, 5 en 6

Slide 23 - Slide

This item has no instructions