This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoe zijn de herkansingen gegaan?
Slide 2 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Leerdoelen paragraaf 1.
Wat weten jullie al?
Instructie paragraaf 1.
Opdracht samen maken.
Aan het werk met 8.1.
Evaluatie leerdoelen.
Afsluiting
Slide 3 - Slide
Nog een hoofdstuk!
SE 3, telt 30% mee en gaat over hoofdstuk 1 tot en met 8. Dus over de complete examenstof
Slide 4 - Slide
Hoofdstuk 8
8.1 Waaraan herken je een ontwikkelingsland?
8.2 Arm zijn in arm blijven?
8.3 Hoe kunnen landen zich ontwikkelen?
84 Hoe dragen wij on steentje bij?
Slide 5 - Slide
Leerdoelen paragraaf 8.1:
Je leert welke kenmerken ontwikkelingslanden hebben.
Je weet waarom ontwikkelingslanden weinig exportinkomsten hebben.
Je weet wat landen doen tegen schommelende grondstofprijzen.
Slide 6 - Slide
Wat bedoelen we ook alweer met welvaart?
A
De hoeveelheid goederen en diensten die je met je inkomen kunt kopen.
B
De mate waarin je in je behoefte kunt voorzien.
C
Dat er productiemiddelen moeten worden opgeofferd om het te verkrijgen.
Slide 7 - Quiz
In een land is het nationaal inkomen $ 160 miljard. Er wonen 99,5 miljoen mensen. Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking. Rond af op hele dollars.
Slide 8 - Open question
Noem, naast een laag inkomen per inwoner, nog twee kenmerken van ontwikkelingslanden.
Slide 9 - Open question
https:
Slide 10 - Link
Wat is nou precies een ontwikkelingsland?
Een land met een grote economische achterstand om rijke westerse landen.
Slide 11 - Slide
Hoe bepaal je de welvaart?
Hoe is het inkomen verdeelt over de bevolking?
Wat is de koopkracht van het inkomen? Hoe hoog zijn de prijzen?
Wat doen mensen aan zelfvoorziening?
Hoe zijn de collectieve voorzieningen geregeld zoals onderwijs en gezondheidszorg?
Slide 12 - Slide
Kenmerken van ontwikkelingslanden:
Een laag inkomen per hoofds van de bevolking.
Een ongelijke inkomensverdeling.
Veel werkloosheid.
Ondervoeding.
Analfabetisme
Beperkte technische ontwikkeling
Een eenzijdige economie structuur: veel landbouw.
Slide 13 - Slide
Opzoeken in je boek:
Wat is een monocultuur?
Wat bedoelen we met ruilvoet?
Wat is een buffervoorraad?
Slide 14 - Slide
Vragen?
Slide 15 - Slide
Huiswerk voor de volgende keer:
Maken paragraaf 8.1. Mail mij de foto's van het gemaakte huiswerk uiterlijk een uur voor de les!
Slide 16 - Slide
Leerdoelen paragraaf 7.1:
Je kent het verschil tussen import en export.
Je weet wat we bedoelen met wederuitvoer.
Je weet hoe je de import- en exportquote moet berekenen.