Schrijfopdrachten vergelijken

Schrijfopdrachten vergelijken
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Schrijfopdrachten vergelijken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kan je twee schrijfopdrachten vergelijken op samenhang, doel, publiek en spelling en grammatica.

Slide 2 - Slide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen.
Wat weet jij al over het vergelijken van schrijfopdrachten?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Schrijfopdracht 1
Schrijf een tekst over jouw favoriete vakantiebestemming.

Slide 4 - Slide

Geef de leerlingen de opdracht om de tekst in hun schrift te schrijven.
Schrijfopdracht 2
Schrijf een tekst over jouw favoriete seizoen.

Slide 5 - Slide

Geef de leerlingen de opdracht om de tekst in hun schrift te schrijven.
Samenhang
Wat hebben de twee schrijfopdrachten met elkaar gemeen?

Slide 6 - Slide

Vraag de leerlingen om te bedenken wat de overeenkomsten zijn tussen de twee schrijfopdrachten.
Doel
Wat is het doel van de beide schrijfopdrachten?

Slide 7 - Slide

Vraag de leerlingen om na te denken over het doel van de schrijfopdrachten.
Publiek
Voor wie zijn de schrijfopdrachten bedoeld?

Slide 8 - Slide

Vraag de leerlingen om na te denken voor wie de schrijfopdrachten bedoeld zijn.
Spelling
Wat zijn de belangrijkste spellingsregels waar je op moet letten bij het schrijven van deze teksten?

Slide 9 - Slide

Bespreken de belangrijkste spellingsregels met de leerlingen.
Grammatica
Welke grammaticale regels moet je toepassen bij het schrijven van deze teksten?

Slide 10 - Slide

Bespreken de belangrijkste grammaticale regels met de leerlingen.
Vergelijken
Vergelijk de twee schrijfopdrachten op samenhang, doel, publiek en spelling en grammatica.

Slide 11 - Slide

Vraag de leerlingen om de twee schrijfopdrachten te vergelijken.
Reflectie
Wat heb je geleerd over het vergelijken van schrijfopdrachten?

Slide 12 - Slide

Laat de leerlingen reflecteren op wat ze hebben geleerd tijdens de les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.