spelling blok 3

Spelling blok 3
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spelling blok 3

Slide 1 - Slide

Wat is de juiste samenstelling van: zon + bank
A
zonnebank
B
zonnenbank
C
zonebank
D
zonbank

Slide 2 - Quiz

Wat is de juiste samenstelling van: dorp + straat
A
dorpstraat
B
dorpsstraat
C
dorpensstraat
D
dorpenstraat

Slide 3 - Quiz

Dorpsstraat --> Dorpskern
Als je niet kunt horen of je een -s moet schrijven, vervang dan het tweede deel door een woord dat niet met een s-klank begint.

Slide 4 - Slide

Wat is de juiste samenstelling: personeel + chef
A
personeelschef
B
personeelchef
C
personelsschef

Slide 5 - Quiz

Personeelschef --> Personeelskamer

Als je niet kunt horen of je een -s moet schrijven, vervang dan het tweede deel door een woord dat niet met een s-klank begint.

Slide 6 - Slide

Wat is de juiste samenstelling: schuur + sleutel
A
schuursleutel
B
schuurssleutel

Slide 7 - Quiz

Schuursleutel --> Schuurdeur
Als je niet kunt horen of je een -s moet schrijven, vervang dan het tweede deel door een woord dat niet met een s-klank begint.

Slide 8 - Slide

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 9 - Open question

Staat er een zelfstandig naamwoord achter?

Nee                                                        Ja

Verwijst het woord                  Schrijf geen -n
naar meerdere personen?

Nee                                   Ja
Schrijf geen -n           Schrijf wel -n

Slide 10 - Slide

Voor sommige kinderen duurt een schooldag erg lang.      --> Staat een ZN achter. 



Van de collega’s waren velen aanwezig bij het afscheid van de secretaresse.
--> Geen ZN achter, wel meerdere personen


Slide 11 - Slide

De verpleegsters kwamen alle / allen langs om afscheid te nemen van de leuke patiënt.
A
alle
B
allen

Slide 12 - Quiz

We zijn de laatste / laatsten die de rekentoets nog moeten halen.
A
laatste
B
laatsten

Slide 13 - Quiz

Enkele / Enkelen pennen moeten vervangen worden.
A
Enkele
B
Enkelen

Slide 14 - Quiz

Ik vind het leuk dat sommige / sommigen planten met de zon meedraaien.
A
sommige
B
sommigen

Slide 15 - Quiz

Sommige / Sommigen Kamerleden worden ooit minister,
A
sommige
B
sommigen

Slide 16 - Quiz

Op Koningsdag had hij twintig blikjes te koop. Na een uur had hij ze alle / allen verkocht.


A
alle
B
allen

Slide 17 - Quiz

De gorilla wordt bedreigd met uitsterven, maar de meeste / meesten worden tegenwoordig goed beschermd.
A
meeste
B
meesten

Slide 18 - Quiz