(2havo/vwo) H4 Made in Germany paragraaf 2 deel 2

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 2 H4 sterke economie, regionale verschillen B179, B189
  • maken opdracht 6 t/m 10
  • nabespreken paragraaf 2
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • dat Duitsland een moderne economie heeft
  • welke regionale verschillen er zijn en hoe je die kan verklaren
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 2 H4 sterke economie, regionale verschillen B179, B189
  • maken opdracht 6 t/m 10
  • nabespreken paragraaf 2
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • dat Duitsland een moderne economie heeft
  • welke regionale verschillen er zijn en hoe je die kan verklaren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

uitleg/aantekeningen

Slide 3 - Slide

Regionale verschillen
De bloeiende bedrijven zijn ongelijk over Duitsland verdeeld.


Slide 4 - Slide

Regionale verschillen
In het oosten van Duitsland is de werkeloosheid hoog. Dit heeft te maken met de periode waarin Duitsland verdeeld was in oost en west. Toen Duitsland weer één werd in 1990 bleek dat de bedrijven in Oost-Duitsland erg waren verouders, ten opzichte van bedrijven in het westen.

Slide 5 - Slide

Regionale verschillen
In het Westen hebben het Ruhrgebied en het Saarland hoge werkloosheidcijfers. Hier zit vooral mijnbouw en zware industrie.

Na 1960 ging het minder in deze industrieën. Steenkool en staal konden veel goedkoper in het buitenland worden gekocht. Daardoor raakte veel mensen in dit gebied werkloos.

Slide 6 - Slide

Regionale verschillen
Het zuiden van Duitsland staat er het beste voor. Hier zit veel hightech-industrie, met verschillende autofabrieken.

Slide 7 - Slide

Regionale verschillen
  • Oosten: hoge werkloosheid   -> gevolg van verdeling
  • Ruhrgebied en Saarland: mijnbouw en zware industrie verdwenen, hoge werkloosheid
  • Zuiden: sterkste gebied. Veel (auto) bedrijven en banken
  • Mindere gebieden: vernieuwing en modernisering

Slide 8 - Slide

zware en lichte industrie
Zware industrie =                       Lichte industrie =

  • Veel grondstoffen                   - consumptiegoederen
  • grote machines                        - hightech
  • massagoederen                       - stukgoederen
  • verkoop aan fabrieken          - verkoop aan winkels
  • basisproducten                       - grote en kleine dingen
Zware industrie: grote fabrieken, grote schoorstenen en grote producten. Bijvoorbeeld staalfabrieken
Lichte industrie, consumptiegoederen, bv auto’s en telefoons maar ook een hightech-wc!

Slide 9 - Slide

Grond/delfstoffen
  • onbewerkte (ruwe) grondstoffen uit de grond halen noem je delfstoffen
  • deze grondstoffen kan je bewerken tot halffabricaten. Voorbeeld: kopererts > koperplaten > worden later muntgeld of standbeelden

Slide 10 - Slide

Dagbouw: open in het landschap. Daar werken mensen alleen overdag.
Schachtbouw: onder de grond. Daar kunnen mensen de 24/7 werken.

Slide 11 - Slide

zelfstandig werken
lezen paragraaf 2 H4 sterke economie, regionale verschillen B179, B189
maken opdracht 6 t/m 10
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 58/59
  • werkboek blz. 65/66/67
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 12 - Slide

herhalen/nabespreken

Slide 13 - Slide

Sleep de goede woorden bij de goede afbeelding
Gebruikt: Halffabricaten
Maakt: Eindproducten
Gebruikt:
Grondstoffen
Zware industrie
Lichte industrie
Maakt: Halffabricaten

Slide 14 - Drag question

Waarom is er meer werkloosheid in Oost-Duitsland dan in West-Duitsland?

Slide 15 - Open question

Waar is de werkeloosheid het hoogst?
A
Sachsen Anhalt
B
Bayern
C
Thuringen
D
Brandenburg

Slide 16 - Quiz