What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Quiz H4 Van stad naar megastad
QUIZ
H4 Van Stad naar Megastad
1 / 36
next
Slide 1:
Slide
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
This lesson contains
36 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
QUIZ
H4 Van Stad naar Megastad
Slide 1 - Slide
Welke grote verandering vond er plaats rond het jaar 1000?
A
Boeren gingen rondtrekken op zoek naar grond.
B
Er gingen veel mensen in Europa dood door ziektes.
C
Op het platteland nam de bevolkingsdichtheid toe.
D
Rondom de markt kwamen steeds meer mensen wonen.
Slide 2 - Quiz
Wat deden de boeren met het voedsel dat ze over hadden?
A
Ze gaven het gratis weg aan mensen
B
Ze gingen het verkopen op de markt
C
Dit voedsel werd gebruikt voor het vee
D
De koning kreeg het
Slide 3 - Quiz
Wat iemand wil kopen
Wat iemand wil verkopen
plek waar je producten verkoopt
markt
vraag
aanbod
Slide 4 - Drag question
Waardoor konden boeren meer voedsel produceren?
A
Doordat de bevolking verdubbelde
B
Doordat mensen meer kinderen kregen
C
Door het aanbod
D
Door de verbetering van de ploeg
Slide 5 - Quiz
Boeren hadden een betere ploeg uitgevonden, waarmee ze grond konden bewerken.
De mest werd beter verdeeld en de grond vruchtbaarder.
Ouders konden nu kiezen om meer kinderen te nemen. Er was voedsel genoeg.
Daardoor verdubbelde de bevolking.
De oogst van boeren was groter. Zo kwam er meer voedsel voor mensen.
Slide 6 - Drag question
Stadsbewoners kregen stadsrechten. Wat hoorde daarbij?
A
bouwen van een stadsmuur
B
een eigen bestuur
C
een goed inkomen
D
een beroep hebben
Slide 7 - Quiz
De verschillende delen van Nederland rond het jaar 1400 werden ... genoemd.
A
provincies
B
gewesten
Slide 8 - Quiz
Bekijk afbeelding 1.
Het grondgebied van Nederland was in die tijd ... dan het grondgebied nu.
A
kleiner
B
groter
Slide 9 - Quiz
Bekijk afbeelding 1.
Het gebied dat we nu... noemen bestond nog niet.
A
Drenthe
B
Flevoland
Slide 10 - Quiz
Wat zijn overeenkomsten tussen de tijd van de Middeleeuwen en de tijd van nu?
A
Vraag en aanbod bepalen wat er op de markt te koop is.
B
Producten worden vooral door ambachtslieden gemaakt.
C
Handelaren maken winst door producten te kopen en weer te verkopen.
D
Bestuurders van een stad worden betaald door het belastinggeld van de burgers.
Slide 11 - Quiz
Wat veranderde rond het jaar 1300 als je kijkt naar de macht in een land?
A
De geestelijken verloren de macht in de kerk.
B
Koningen huurden eigen ridders en kregen daardoor meer macht.
C
Ridders kregen meer te zeggen en werden machtiger.
D
Steeds meer edelen namen de macht over van de koning.
Slide 12 - Quiz
Bekijk afbeelding 2. Vanuit dit paleis werd het hele land bestuurd. Hoe heet dit?
A
centralisatie
B
democratie
C
provocatie
D
regionalisatie
Slide 13 - Quiz
Als burgers hun mening mogen geven, krijgen ze
A
inspraak
B
rechten
Slide 14 - Quiz
1 In de middeleeuwen, de tijd die duurde van ________ tot ________, had de kerk __________________ macht.
2 De meeste mensen waren ____________________________ .
3 Geestelijken leerden de mensen dat ze in de _______________ zouden komen als ze goed zouden leven.
4 Mensen die niet christelijk waren, werden vaak _____________________ .
beboet
christenen
gestraft
hel
hemel
moslims
veel
weinig
500
1000
1500
Slide 15 - Drag question
Als een koning overlijdt volgt zijn oudste zoon of dochter hem op.
Waarom waren er voor een koningin vaak veel partners om uit te kiezen?
A
De koningin was de mooiste vrouw in het land.
B
Door een huwelijk kreeg je ook macht over het gebied.
C
Iedereen wilde wel graag in een paleis wonen.
D
Je hoefde dan niet te werken want er was geld zat.
Slide 16 - Quiz
Bekijk afbeelding 3. Welk geloof had deze strijder?
A
Christen
B
Moslim
Slide 17 - Quiz
1 In 1095 riep de Paus ____________________ op om gewapend naar Jeruzalem te trekken om de __________________________ te verdrijven.
2 De paus beloofde iedereen die meehielp een plek in de _______________
3 Deze tochten van gewapende mensen worden ____________________________________ genoemd.
4 Uiteindelijk wisten de ____________________ de strijd te winnen.
Azië
christenen
de Arabische wereld
Europa
hel
hemel
kruistochten
moslims
moslims
Slide 18 - Drag question
Wat was de oorzaak (reden) voor de kruistochten?
A
De Moslims hadden Jeruzalem veroverd op de Christenen. Voor beide geloven is dat een Heilige stad en die wilde de Christenen terug hebben.
B
De Zwarte dood was de schuld van de Moslims. Daarom voeren Christenen oorlog met de Moslims.
C
De kruistochten zijn handelstochten. Ze gingen dus op kruistocht om met de Moslims te handelen want zij hadden mooie luxe producten.
D
De Joden hadden Jezus gekruisigd. Joden woonden in de Middeleeuwen in Jeruzalem. De Christenen willen de Joden terug pakken voor deze gebeurtenis.
Slide 19 - Quiz
Veel voorzieningen
Weinig voorzieningen
Mensen wonen dicht bij elkaar
Meer dan 10.000 inwoners
Minder dan 10.000 inwoners
Veel gebouwen
Slide 20 - Drag question
Noteer 1 kenmerk van een stad.
Slide 21 - Open question
Maasland is een stad.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
Eind 19e eeuw. Kwamen steeds meer fabrieken
Mensen gingen in deze fabrieken werken.
Mensen gingen in deze steden wonen en kregen ook veel kinderen
Daardoor groeide de steden
Slide 23 - Drag question
Wat betekent: Urbanisatie
Slide 24 - Open question
Stad bekend over heel de wereld. Veel internationale bedrijven en banken.
Meer dan 10 miljoen inwoners.
Vaak zit de regering daar.
Slide 25 - Drag question
Het centrum met wolkenkrabbers met daarin kantoren en dure winkels.
Arme mensen die hun eigen huizen bouwen, langs het spoor of bij een snelweg.
Mensen wonen vaak aan de rand van de stad.
Hier kunnen ze in een groter huis wonen.
Slide 26 - Drag question
Amsterdam
Rotterdam
Den Haag
Utrecht
Slide 27 - Drag question
Amsterdam
Groene Hart
Rotterdam
Den Haag
Utrecht
Slide 28 - Drag question
Schiedam ligt in de Randstad
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quiz
Nijmegen ligt in de Randstad
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quiz
Istanbul is een megastad. Wat is een megastad?
A
Een stad met meer dan 1 miljoen inwoners
B
Een stad met meer dan 100 miljoen inwoners
C
Een stad met meer dan 100.000 inwoners
D
Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners
Slide 31 - Quiz
Wat is een krottenwijk
A
Rijke stad
B
Wijk met huizen van slechte materialen
C
Mooie woonwijk met bedrijven
D
Arme landen
Slide 32 - Quiz
Bekijk het plaatje. Welk begrip past hierbij?
A
Zakencentrum
B
Voorstad
C
Krottenwijk
Slide 33 - Quiz
Welk stadsdeel zie je op dit plaatje?
A
Zakencentrum
B
Voorstad
C
Krottenwijk
Slide 34 - Quiz
Het Groene Hart is...
A
een gebied midden in de Randstad.
B
het centrum van de grote steden.
C
het open platteland van Nederland.
D
de groene gebieden in de steden van de Randstad.
Slide 35 - Quiz
Oude binnenstad
19e -eeuwse wijken
hoogbouwwijken
laagbouwwijken
VINEX wijken
bedrijventerrein
Slide 36 - Drag question
More lessons like this
Quiz H4 Van stad naar megastad
14 days ago
- Lesson with
35 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Oefentoets H4 Van stad naar megastad
February 2024
- Lesson with
42 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
TOETS H4 Van stad naar megastad
21 days ago
- Lesson with
46 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
4.3 Steden in de wereld
December 2023
- Lesson with
25 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
Herhaling H4
February 2022
- Lesson with
11 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Herhaling H4: Van stad naar megastad
December 2024
- Lesson with
40 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Herhaling H4: Van stad naar megastad
April 2024
- Lesson with
40 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Toetsvoorbereiding H4
January 2024
- Lesson with
12 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1