Herhaling H4: Van stad naar megastad

Welke grote verandering vond er plaats rond het jaar 1000?
A
Boeren gingen rondtrekken op zoek naar grond.
B
Er gingen veel mensen in Europa dood door ziektes.
C
Op het platteland nam de bevolkingsdichtheid toe.
D
Rondom de markt kwamen steeds meer mensen wonen.
1 / 26
next
Slide 1: Quiz
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welke grote verandering vond er plaats rond het jaar 1000?
A
Boeren gingen rondtrekken op zoek naar grond.
B
Er gingen veel mensen in Europa dood door ziektes.
C
Op het platteland nam de bevolkingsdichtheid toe.
D
Rondom de markt kwamen steeds meer mensen wonen.

Slide 1 - Quiz

Boeren hadden een betere ploeg uitgevonden, waarmee ze grond konden bewerken.

De mest werd beter verdeeld en de grond vruchtbaarder.

Ouders konden nu kiezen om meer kinderen te nemen. Er was voedsel genoeg.

Daardoor verdubbelde de bevolking.

De oogst van boeren was groter. Zo kwam er meer voedsel voor mensen.

Slide 2 - Drag question

Hoe heet het tijdvak waarin de steden gingen groeien?

Slide 3 - Open question

Wat boeren over hadden van de oogst, verkochten ze op de

Slide 4 - Open question

Dat wat verkocht kan worden, noem je het

Slide 5 - Open question

Om alles te kunnen verkopen moet er voldoende _____________ zijn naar deze producten.

Slide 6 - Open question

In een stad ontstonden nieuwe beroepen zoals schoenmaker.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Een schout is...
A
een burgemeester
B
een edelman
C
een burger
D
een inwoner van een stad

Slide 8 - Quiz

Stadsbewoners kregen stadsrechten. Wat hoorde daarbij?
A
bouwen van een stadsmuur
B
een eigen bestuur
C
een goed inkomen
D
een beroep hebben

Slide 9 - Quiz

De verschillende delen van Nederland rond het jaar 1400 werden ... genoemd.

A
provincies
B
gewesten

Slide 10 - Quiz

Graaf Floris was edelman van het gewest Holland.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Graaf Floris werd gevangengenomen in de Ridderzaal.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Wat zijn overeenkomsten tussen de tijd van toen en de tijd van nu?
A
Vraag en aanbod bepalen wat er op de markt te koop is.
B
Producten worden vooral door ambachtslieden gemaakt.
C
Handelaren maken winst door producten te kopen en weer te verkopen.
D
Bestuurders van een stad worden betaald door het belastinggeld van de burgers.

Slide 13 - Quiz

1 In de middeleeuwen, de tijd die duurde van ________ tot ________, had de kerk __________________ macht.
2 De meeste mensen waren ____________________________ .
3 Geestelijken leerden de mensen dat ze in de _______________ zouden komen als ze goed zouden leven.
4 Mensen die niet christelijk waren, werden vaak _____________________ .

beboet
christenen
gestraft
hel
hemel
moslims
veel
weinig
500
1000
1500

Slide 14 - Drag question

Veel voorzieningen
Weinig voorzieningen
Mensen wonen dicht bij elkaar
Meer dan 10.000 inwoners
Minder dan 10.000 inwoners
Veel gebouwen

Slide 15 - Drag question

Noteer drie kenmerken van een stad.

Slide 16 - Open question

Eind 19e eeuw. Kwamen steeds meer fabrieken 
Mensen gingen in deze fabrieken werken.
 

Mensen gingen in deze steden wonen en kregen ook veel kinderen

Daardoor groeide de steden

Slide 17 - Drag question

Wat betekent: Urbanisatie

Slide 18 - Open question

Stad bekend over heel de wereld. Veel internationale bedrijven en banken.

Meer dan 10 miljoen inwoners. 
Vaak zit de regering daar. 

Slide 19 - Drag question

Het centrum met wolkenkrabbers met daarin kantoren en dure winkels.

Arme mensen die hun eigen huizen bouwen, langs het spoor of bij een snelweg.

Mensen  wonen vaak aan de rand van de stad.
Hier kunnen ze in een groter huis wonen.
 

Slide 20 - Drag question

Amsterdam
Rotterdam
Den Haag
Utrecht

Slide 21 - Drag question

Amsterdam
Groene Hart
Rotterdam
Den Haag
Utrecht

Slide 22 - Drag question

Wat zijn de vier grootste steden van de Randstad?

Slide 23 - Open question

Vlaardingen ligt in de Randstad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Oude binnenstad
19e -eeuwse wijken
hoogbouwwijken
laagbouwwijken
VINEX wijken
bedrijventerrein

Slide 25 - Drag question

Wat betekent: het renoveren van huizen?

Slide 26 - Open question