2.6 Aanpassingen bij planten

1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Sommige planten hebben luchtkanalen in hun stengels. Welke planten zijn dit?
A
cactussen
B
landplanten met grote, dunne bladeren
C
landplanten met kleine, dikke bladeren
D
waterplanten

Slide 11 - Quiz

Waarom hebben de bladeren van een cactus de vorm van een stekel?
A
Zodat de plant minder vocht verdampt
B
Tegen koude nachten in de woestijn

Slide 12 - Quiz

Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
(twee antwoorden zijn goed)
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel

Slide 13 - Quiz

Een plant in een droog gebied heeft vaak
A
Een groot wortelstelsel
B
Een klein wortelstelsel

Slide 14 - Quiz

Waarom bloeien sommige schaduwplanten in het voorjaar?
A
Omdat het dan lekker warm is
B
Omdat de bomen nog niet vol blaadjes zitten waardoor er nog genoeg zon is
C
Iedere plant bloeit in het voorjaar

Slide 15 - Quiz

Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel

Slide 16 - Quiz

Bij paardenbloemen sterven bovengrondse delen af in de winter.
Waar is dit een voorbeeld van?
A
aanpassing van plant aan het licht
B
aanpassing van plant aan de temperatuur
C
aanpassing van plant aan water

Slide 17 - Quiz

In een vochtig milieu hebben planten
A
grote bladeren, klein wortelstelsel
B
kleine dikke bladeren, een groot wortelstelsel

Slide 18 - Quiz

Zonplanten hebben weinig licht nodig
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Schaduwplanten komen voor als bodembedekking
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Welke aanpassing hebben bloemen niet als functie om de kans op bestuiving te vergroten
A
Grote bloemen
B
Gekleurde bloembladeren
C
Geur
D
Groene kroonbladeren

Slide 21 - Quiz

Schaduwplanten hebben:
A
dikke bladeren
B
bladeren met een waslaag
C
dunne bladeren

Slide 22 - Quiz

Een waterlelie zit met zijn wortels in de bodem vast
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Wat is geen aanpassing voor planten om fotosynthese uit te kunnen voeren?
A
waterplanten groeien in de bovenste waterlaag
B
waterplanten hebben een wortel
C
Waterplanten hebben bladgroenkorrels

Slide 24 - Quiz