BS 5: aanpassingen bij dieren

Welke vogel heeft deze aanpassing aan zijn poten?
A
steltloper
B
zangvogel
C
loopvogel
1 / 16
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Welke vogel heeft deze aanpassing aan zijn poten?
A
steltloper
B
zangvogel
C
loopvogel

Slide 1 - Quiz

Welke vogel heeft deze poot
A
roofvogel
B
zangvogel
C
steltloper
D
loopvogel

Slide 2 - Quiz

Hoe heet deze snavel en wat eet deze vogel?
A
priemsnavel, vogel eet bodemdiertjes
B
priemsnavel, vogel eet insecten
C
kegelsnavel, vogel eet zaden

Slide 3 - Quiz

Hoe gebruikt deze vogel zijn snavel tijdens het eten?
A
Hij verscheurt zijn prooi met deze snavel
B
hij kraakt met zijn snavel de noten
C
hij prikt met deze snavel in de bodem op zoek naar bodemdiertjes
D
Hij zeeft met zijn snavel diertjes uit het water

Slide 4 - Quiz

1

Slide 5 - Video

00:29
De strandplevier is een kleine vogel die voorkomt langs de kust.
Hij pikt diertje uit de bodem.
Tot welk groep behoort deze vogel?
A
zangvogels
B
steltlopers
C
loopvogels

Slide 6 - Quiz

Sem vergelijkt de botten van een vis met de botten van een landzoogdier.

Wat zal hem opvallen?
A
vissen hebben minder stevige botten dan landdieren
B
Vissen hebben buigzamere botten dan landdieren.

Slide 7 - Quiz

1

Slide 8 - Video

00:33
Welke aanpassing heeft deze ijsbeer?

Slide 9 - Open question

Hoe heet deze snavel?
A
kegelsnavel
B
pincet snavel
C
priemsnavel
D
haaksnavel

Slide 10 - Quiz

Hoe heet deze snavel?
A
priemsnavel
B
kegelsnavel
C
pincetsnavel

Slide 11 - Quiz

Welke dieren zijn gestroomlijnder?
A
land dieren
B
water dieren

Slide 12 - Quiz

Waar horen honden bij?
A
hoefgangers
B
teengangers
C
zoolgangers

Slide 13 - Quiz

Waarom hebben olifanten zulke stevige poten?
A
kunnen ze harder rennen
B
kunnen ze beter trappen
C
om hun zware skelet te kunnen dragen

Slide 14 - Quiz

Hoe gebruikt deze vogel zijn snavel bij het verkrijgen van voedsel?
A
kraakt noten en harde zaden
B
prikt bodemdiertjes uit de grond
C
verscheurt een prooi
D
zeeft kleine plantjes uit het water

Slide 15 - Quiz

kegelsnavel
zeefsnavel
priemsnavel
pincetsnavel
haaksnavel

Slide 16 - Drag question