3B Begrippen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Ecologie

Bs 1 Organismen en hun leefomgeving

Bs 2 Voedselrelaties 

Bs 3  Aanpassingen bij dieren

Bs 4 Aanpassingen bij planten

Klas 4 Thema 2

Wat weet jij al
over ecologie?

de levensgemeen-schap samen met de abiotische factoren in een gebied

alle populaties die voorkomen in een bepaald gebied

een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling kunnen voortplanten

Ecosysteem

Levens-gemeenschap

Populatie

studie naar de relaties tussen organismen en hun milieu

omgeving

één enkel organisme

Ecologie

Individu

Milieu

Ecosysteem

Levens-gemeenschap

Populatie

invloed die niet van een organisme komt (bijvoorbeeld water, licht en temperatuur)

invloed van een organisme op een ander organisme (bijvoorbeeld vijanden, voedsel en ziekteverwekkers)

A-biotische factoren

Biotische factoren

A-biotische factoren

Biotische factoren

een reeks soorten waarbij elke soort het voedsel is voor de volgende soort

Voedselketen

Voedselketen

organisme dat energierijke stoffen moet eten (dieren)

organisme dat zelf energierijke stoffen kan maken (planten)

organismen dat dode resten van planten en dieren afbreekt (bacteriën en schimmels)

Consumenten

Producenten

Reducenten

een dier dat planten en vlees eet

een dier dat alleen vlees eet

een dier dat alleen planten eet

Alleseter

Planteneter

Vleeseter

Alleseter

Planteneter

Vleeseter

vorm waarbij een dier tijdens het voortbewegen zo min mogelijk wordt tegengehouden door water of lucht

landzoogdier dat alleen op de toppen van de tenen loopt; de teen is bedekt met een hoef

landzoogdier dat op de hele voet loopt

landzoogdier dat alleen op de tenen loopt

Teenganger

Stroomlijn

Topganger

Zoolganger

vogel met haaksnavel 

en klauwen

vogel met priemsnavel; lange poten en soms gedeeltelijke zwemvliezen

vogel met kegelsnavel of pincetsnavel; poten met drie tenen naar achteren en één naar voren

vogel met zeefsnavel; poten met zwemvliezen tussen de tenen

Watervogel

Roofvogel

Steltloper

Zangvogel

lange, spitse snavel voor het pikken van insecten uit boomschors

lange snavel waarmee diertjes uit de bodem worden gepikt

Pincetsnavel

Priemsnavel

snavel waarmee plantjes en diertjes uit het water worden gezeefd

kegelvormige snavel voor het kraken van zaden

haakvormige snavel waarmee prooi in stukken gescheurd wordt

Haaksnavel

Kegelsnavel

Zeefsnavel

Priemsnavel

Pincetsnavel

Zeefsnavel

Haaksnavel

Kegelsnavel

Roofvogel

Watervogel

Zangvogel

Steltloper

plant die is aangepast aan een milieu met veel schaduw

plant die is aangepast aan een milieu met veel zon

plant met hechtwortels of ranken om langs andere planten omhoog te kunnen klimmen

Klimplant

Schaduwplant

Zonplant

kring van bladeren, vlak boven de grond

schaduwplant die in het (vroege) voorjaar bloeit

Voorjaarsbloeier

Wortelrozet