NE 1B - H6: Hh, TV 6.3

Welkom
Nederlands
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Nederlands

Slide 1 - Slide

Programma
Leerdoelen
  • Herhaling: Je kunt informatie uit afbeeldingen halen.
  • Herhaling: Je kunt de betekenis van woorden opzoeken in een woordenboek.
  • Herhaling: Je kunt de verleden tijd van sterke werkwoorden goed spellen.
  • Herhaling: Je kent veelvoorkomende vaste voorzetsels bij werkwoorden.
  • Nieuw: Je kunt verwijswoorden op de juiste manier gebruiken.

Slide 2 - Slide

Leesvaardigheid




Oefentoets 1 basis
hoofdstuk 6 ,versie C 

Slide 3 - Slide

Maak de zin af met één woord.
Als een schrijver een plaatje bij een tekst zet om de aandacht van de lezer te trekken, dan wil hij de tekst … maken.

Slide 4 - Open question

Leesvaardigheid




Bekijk de tekst.
(klein maar net te doen)

Slide 5 - Slide

Wat is het onderwerp
van de tekst?
A
de Elfstedentocht
B
schaatsen door de Friese steden
C
start- en finishplaats Leeuwarden

Slide 6 - Quiz

Welk doel heeft de
afbeelding bij de tekst?
A
De afbeelding geeft extra informatie.
B
De afbeelding maakt de tekst leuker.
C
De afbeelding trekt de aandacht.

Slide 7 - Quiz

Leesvaardigheid




Lees de tekst helemaal.
(klein maar net te doen)

Slide 8 - Slide

Wanneer kan de
Elfstedentocht worden
gehouden?
A
Ieder jaar
B
Als er ijs ligt.
C
Als er genoeg deelnemers zijn.
D
Als het flink gevroren heeft.

Slide 9 - Quiz

Bekijk de afbeelding.
De Elfstedentocht begint en eindigt
in Leeuwarden. In welke plaats kom je
ook twee keer als je de Elfstedentocht
schaatst?
A
Dokkum
B
Leeuwarden
C
Bartlehiem
D
Franeker

Slide 10 - Quiz

Welke zin is juist volgens de tekst?
A
Als het twee weken gevroren heeft kan de Elfstedentocht worden geschaatst.
B
De Elfstedentocht is de enige schaatstocht in Friesland.
C
De Elfstedentocht is precies 200 kilometer.
D
Er zijn niet alleen controleposten in de steden.

Slide 11 - Quiz

Wat is het belangrijkste doel van
deze tekst?
A
De schrijver wil informatie geven.
B
De schrijver wil je amuseren.
C
De schrijver wil je iets laten doen.
D
De schrijver wil zijn mening geven.

Slide 12 - Quiz

In alinea 3 staat dat er op een aantal
geheime plekken controleposten zijn
ingericht. Waarom zouden die plekken
geheim zijn voor de deelnemers?
A
Zodat de deelnemers moeten zoeken.
B
Zodat de deelnemers onderweg niet kunnen smokkelen.
C
Zodat de deelnemers het extra spannend vinden.

Slide 13 - Quiz

TV 6.3: Verwijswoorden
Leerdoelen
  • Je kunt verwijswoorden op de juiste manier gebruiken.

Uitleg
  • De-woorden > deze, die | De man die daar loopt, is mijn vader. 
  • Het-woorden > dit, dat | Het neefje dat hier logeerde, is vervelend geweest.
  • Man > hij, hem, zijn | De jongen pakt zijn fiets. Ik zie hem wegfietsen. Hij is bang.
  • Vrouw > zij/ze, haar | De vrouw pakt haar boodschappen in. Ik help haar even. Zij is aardig.
  • Het-woorden > het, zijn | Het volk is ontevreden. Het wil zijn vrijheid terug.
  • Meer personen > zij/ze, hun | De jongens die daar staan, zijn lui. Ze hebben hun kans gehad.

Slide 14 - Slide

Huiswerk
Leerdoelen
  • Herhaling: Je kunt informatie uit afbeeldingen halen.
  • Herhaling: Je kunt de betekenis van woorden opzoeken in een woordenboek.
  • Herhaling: Je kunt de verleden tijd van sterke werkwoorden goed spellen.
  • Herhaling: Je kent veelvoorkomende vaste voorzetsels bij werkwoorden.
  • Nieuw: Je kunt verwijswoorden op de juiste manier gebruiken.

Nieuw huiswerk
  • Lezen: alles af
  • Woordenschat: alles af
  • TV 6.2: alles af
  • TV 6.3: maken startopdracht + opdracht 1-3

Slide 15 - Slide