Lezen §5: inleiding en slot- H1A- 10-06-24

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Nederlands 

Lezen - §5 - inleiding & slot

H1A

10-06-2024

Agenda

• 13:30 - 13:45:   landen & lezen
• 13:45:                leerdoelen & planning voor PW
• 13:45 - 14:00:   herhaling vorige les
• 14:00 - 14:10:   uitleg §5 - inleiding en slot 
• 14:10- 14:20:   klassikaal oefening maken
• 14:20:               oefentoets §5 maken       
• 14:50:                einde les 

Eerst... 

lekker 10 minuten lezen! 

Agenda

• 13:30 - 13:45:   landen & lezen
• 13:45:                leerdoelen & planning voor PW
• 13:45 - 14:00:   herhaling vorige les
• 14:00 - 14:10:   uitleg §5 - inleiding en slot 
• 14:10- 14:20:   klassikaal oefening maken
  
• 14:20:               oefentoets §5 maken       
  
• 14:50:                einde les 

Leerdoel

• Aan het einde van de les kan ik de inleiding en slot van een tekst herkennen

Planning komende periode 

§ 3 tekstdoelen/ tekstsoorten	22-05-2024
§ 1 - woordraadstrategieën	27-05-2024
inleveren boekopdracht 3: vlog	27-02-2024
§ 1 - leesstrategieën	29-05-2024
§2 -ond. & hoofdgedachte	03-06-2024
§ 4 - Alinea's en kernzinnen	05-06-2024
§ 5 - Inleiding en slot	10-06-2024
§ 6 - Deelonderwerpen	12-06-2024
Oefenen met leesteksten voor PW	17-06-2024
Oefenen met leesteksten voor PW	18-06-2024
Toetsweek periode 3	begint 19-06-2024

Planning komende periode

Agenda

• 13:30 - 13:45:   landen & lezen
• 13:45:                leerdoelen & planning voor PW
• 13:45 - 14:00:   herhaling vorige les + HW bespreken
• 14:00 - 14:10:   uitleg §5 - inleiding en slot 
• 14:10- 14:20:   klassikaal oefening maken
  
• 14:20:               oefentoets §5 maken       
  
• 14:50:                einde les 

HW voor vandaag: bespreken

Lees '7.2. Boer en koopman' oriënterend en beantwoord de volgende vragen:

Waarover gaat de tekst? Geef zo kort mogelijk antwoord op de vraag --> dit is het onderwerp.

Noteer het onderwerp van de tekst in één woord of een paar woorden.

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Hoeveel bronnen heeft de tekst? Waar zie je dat aan?

Arceer alle woorden die je moet kennen in de tekst. Waar zie je aan dat je deze moet kennen?

Schrijf deze onder elkaar in je schrift en schrijf de betekenis erachter, de betekenissen haal je uit de tekst.

Arceer of onderstreep de kernzin van alinea 3.

Aan welk(e) signaalwoord(en) in alinea 3 kan je zien dat er voor het Arabisch halsjuk een ander werktuig gebruikt werd?

---- 

Arceer of onderstreep de kernzin van alinea 2.

Welk(e) signaalwoord(en) in alinea 2 geven een tijdverband aan?

Alinea's en kernzinnen?

Agenda

• 13:30 - 13:45:   landen & lezen
• 13:45:                leerdoelen & planning voor PW
• 13:45 - 14:00:   herhaling vorige les
• 14:00 - 14:10:   uitleg §5 - inleiding en slot 
• 14:10- 14:20:   klassikaal oefening maken
  
• 14:20:               oefentoets §5 maken       
  
• 14:50:                einde les 

apps.noordhoff.nl

Agenda

• 13:30 - 13:45:   landen & lezen
• 13:45:                leerdoelen & planning voor PW
• 13:45 - 14:00:   herhaling vorige les
• 14:00 - 14:10:   uitleg §5 - inleiding en slot 
• 14:10- 14:20:   klassikaal oefening maken
• 14:20:               oefentoets §5 maken       
• 14:50:                einde les 

Klassikaal oefenen

• Pak je boek en open het op pagina 39
• We gaan opdracht 5 klassikaal maken
• We gaan hiervoor een filmpje kijken
• Lees eerst de vragen door en daarna begint het filmpje
• Je hebt 30 sec. om de opdracht door te lezen

apps.noordhoff.nl

Agenda

• 13:30 - 13:45:   landen & lezen
• 13:45:                leerdoelen & planning voor PW
• 13:45 - 14:00:   herhaling vorige les
• 14:00 - 14:10:   uitleg §5 - inleiding en slot 
• 14:10- 14:20:   klassikaal oefening maken
• 14:20:               oefentoets §5 + HW maken       
• 14:50:                einde les 

Aan de slag

Huiswerk woensdag 12 juni

(af)maken: oefentoets §5 

EN opdracht bij §7.4 geschiedenis

Huiswerk staat ook in Magister.

Zorg dat je het de volgende les afhebt.

HW woensdag 12 juni: 

• met §7.4 geschiedenis maken
• Waarover gaat de tekst? Geef zo kort mogelijk antwoord op de vraag --> dit is het onderwerp.
  
• Noteer het onderwerp van de tekst in één woord of een paar woorden.
  
• Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
  
• Hoeveel bronnen heeft de tekst? Waar zie je dat aan?
  
• Arceer alle woorden die je moet kennen in de tekst. 
• Schrijf deze onder elkaar in je schrift en schrijf de betekenis erachter, de betekenissen haal je uit de tekst.
  
• Arceer of onderstreep de kernzinnen van iedere alinea.