T1 B2 + b3

welkom
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

welkom

Slide 1 - Slide

Mijn regels:
  • Je bent op tijd in de les
  • Je hebt je spullen bij je (boeken, etui, laptop, huiswerk)
  • Als ik praat, praat jij niet
  • Ik en andere hebben geen last van je
  • Ik zie geen telefoons

Slide 2 - Slide

online lesmethode
klassencode: 
034112

Slide 3 - Slide

leerdoel



1. je kunt de organisatieniveaus binnen een organisme benoemen en beschrijven





Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

lees 
lees voor jezelf het kopje orgaanstelsels op blz 15/16.

1. welke orgaanstelsels kennen we al?
2. onder welk orgaanstelsen horen de hersenen?
3. en de biceps?







.




Slide 6 - Slide

lees 
lees voor jezelf het kopje weefsels op blz 16.

1. waarom in beenweefsel heel stevig?
2. wat is tussencelstof?








.




Slide 7 - Slide

lees 
lees voor jezelf het kopje organisatieniveaus op blz. 17

1. Wat is groter, cel of weefsel?
2. orgaan of organisme?








.




Slide 8 - Slide

leerdoel b3



1. je kunt de delen van een dierlijke en plantaardigecellen benoemen met hun kenmerken en functies





Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

lees 
lees voor jezelf het kopje dierlijke cellen op blz. 21

1. welke onderdelen hebben dierlijke cellen?








.




Slide 11 - Slide

lees 
lees voor jezelf het kopje plantaardige cellen op blz. 21/22

1. welke onderdelen hebben plantaardige cellen?








.




Slide 12 - Slide

lees 
lees voor jezelf het kopje korrels op blz. 22/23

1. wat voor korrels heeft een aardbei?








.




Slide 13 - Slide

Begrippenlijst
tussencelstof:
cytoplasma:

Slide 14 - Slide

Begrippenlijst
tussencelstof: vloeibare of vaste stof tussen de cellen
cytoplasma: vloeibare stof in de cellen

Slide 15 - Slide

Wat is een orgaanstelsel?
A
Darmen
B
Longen
C
Skelet
D
Ruggenmerg

Slide 16 - Quiz

In cellen van planten en dieren komt een celmembraan voor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

In deze afbeelding zie je dierencellen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Wat hebben plantencellen WEL, dat dierlijke cellen NIET hebben?
A
Celwand
B
Celkern
C
Celmembraan
D
Cytoplasma

Slide 19 - Quiz

Van welk organisatieniveau is je maag een voorbeeld?
A
Van het organisatieniveau cel
B
Van het organisatieniveau orgaan
C
Van het organisatieniveau orgaanstelsel
D
Van het organisatieniveau weefsel

Slide 20 - Quiz

Welk celonderdeel vindt je alleen bij plantencellen?
A
Celkern
B
Celmembraan
C
Cytoplasma
D
Celwand

Slide 21 - Quiz

Organisatieniveau van groot naar klein
A
orgaan -organisme -weefsel -cel -organenstelsel
B
organisme- organenstelsel- orgaan - weefsel - cel
C
weefsel - cel- orgaan - organisme- organenstelsel
D
organenstelsel- orgaan - organisme - weefsel- cel

Slide 22 - Quiz

Zijn cellen van mensen dierlijke cellen?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

De die je hier ziet zijn ... en kunnen ...
A
dierencellen, fotosynthese
B
plantencellen, groeien
C
dierencellen, groeien
D
plantencellen, fotosynthese

Slide 24 - Quiz

Welke onderdelen hebben zowel dierencellen als plantencellen
A
Celwand, vacuole, celkern
B
Celwand, celkern, cytoplasma
C
Celmembraan, celkern, vacuole
D
Celmembraan, celkern, cytoplasma

Slide 25 - Quiz

Wat is een hoger organisatieniveau dan een Orgaan?
A
Cel
B
Weefsel
C
Orgaanstelsel

Slide 26 - Quiz

wat is een orgaanstelsel?
A
een groep cellen die samen één functie uitoefenen
B
een groep organen dat samen één functie uitoefent
C
meerdere weefsels die samen één functie uitoefenen

Slide 27 - Quiz

Huiswerk
b2: 1, 2, 6
b3: 1, 2, 4, 5

Slide 28 - Slide