Mis gustos

1 / 23
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

las reglas
camera uit
geluid uit
handje als je iets wilt zeggen
profesora Karin nodigt je uit
geen chat of afleiding
         Wél: een actieve, leuke, leerzame les Spaans!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

¿Cómo estás?

Slide 5 - Mind map

el programa de hoy
Tema: mis gustos
Practicar: werkwoorden, zelfstandig naamwoorden en bijvoeglijk naamwoorden

Slide 6 - Slide

A finales de esta clase 
Kun je korte zinnetjes maken in het Spaans 
Met een werkwoord, zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Slide

¿Qué necesitas?
Je boek Reporteros p. 42 y 43 - samen
Je werkboek in Blinklearning - alleen
Je telefoon / tu móvil
Papier / papel
Een pen / un bolígrafo

Slide 8 - Slide

Animales y mascotas
Schrijf over en zoek de betekenis op
El perro  -  el gato -  el pájaro  - el pez  - el reptil  - la tortuga  -  el ratón  - el caballo  -  el mono  -   la vaca  -  la gallina
Explicar: Zelfstandig naamwoorden

Slide 9 - Slide

La vaca 
El mono
La gallina
El caballo
El pez
El perro
La tortuga
El pájaro
El gato
El ratón
De koe
De aap
De kip
Het paard
De vis
De hond
De schildpad
De vogel
De kat
De muis

Slide 10 - Drag question

Schrijf over en zoek de betekenis op:
sociable - nervioso/a - inteligente - simpático - vago/a - tímido/a - tranquilo/a - tonto/a - simpático/a - independiente - aburrido/a - divertido/a - cariñoso/a - pesado/a
Explicar: bijvoeglijke naamwoorden 

Slide 11 - Slide

De kat is lief
A
El gato es cariñoso
B
La vaca es cariñosa
C
La tortuga es indepentiente
D
El perro es inteligente

Slide 12 - Quiz

De schildpad is rustig
A
La tortoega es tranquilo
B
La toruga es tranquilo
C
La tortuga es tranquila
D
La tortoega es tranquila

Slide 13 - Quiz

El ratón es nervioso
A
De muis is zenuwachtig
B
De muis is gevoelig
C
De rat is zenuwachtig
D
De rat is gevoelig

Slide 14 - Quiz

De kip is sociaal
A
La gallina es sociables
B
La gallina es sociable
C
La gallina es simpático
D
La gallina es simpática

Slide 15 - Quiz

Vertaal: het paard is aardig

Slide 16 - Open question

Schrijf over en zoek de betekenis op:
leer comics - escribir poemas - estudiar inglés - escuchar música - dibujar - tocar el ukelele - comer chocolate - cantar - correr - nadar - volar - vivir
Explicar: werkwoorden 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Schrijf ALLES over
Vivir = leven/wonen Vivo en Amsterdam
Comer = eten Como chocolate
Hablar = praten Hablo español

En nu gaan we oefenen / ¡Vamos a practicar!

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Oefen met comer/hablar/vivir

Slide 21 - Slide

Wil je meer oefenen?
Gebruik dan bijvoorbeeld:
Ladrar  (blaffen)/ ayudar (helpen) / estudiar (leren)
Escribir (schrijven) /  subir (stijgen)
Leer (lezen) / vender (verkopen)

Slide 22 - Slide

En: kun je nu korte zinnen maken in het Spaans?
Vertaal maar:
Ik woon in Amsterdam
Hij eet chocola
Wij drinken sap (=zumo)
De cabeza / uit je hoofd
Wil je weten of je het goed gedaan hebt? Stuur je zinnen dan per email naar k.lagemaat@msa.nl

Slide 23 - Slide