This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Ontdek de toestanden van een stof!
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun jij uitleggen wat de drie toestanden van een stof zijn en wat de overgangen hiertussen veroorzaakt.
Slide 2 - Slide
Introduceer het leerdoel van de les en maak de studenten enthousiast over wat ze gaan leren.
Wat weet jij al over de verschillende toestanden van een stof?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Toestanden van een stof
Stoffen kunnen in drie verschillende toestanden voorkomen: vast, vloeibaar en gasvormig.
Slide 4 - Slide
Leg uit dat stoffen in verschillende toestanden kunnen voorkomen en laat voorbeelden zien van stoffen in deze toestanden.
Vaste stoffen
In een vaste stof zitten de deeltjes dicht op elkaar en hebben ze weinig bewegingsruimte.
Slide 5 - Slide
Leg uit wat een vaste stof is en laat voorbeelden zien van stoffen in deze toestand. Laat de studenten voorbeelden noemen van vaste stoffen.
Vloeibare stoffen
In een vloeibare stof zitten de deeltjes dicht op elkaar, maar hebben ze meer bewegingsruimte dan in een vaste stof.
Slide 6 - Slide
Leg uit wat een vloeibare stof is en laat voorbeelden zien van stoffen in deze toestand. Laat de studenten voorbeelden noemen van vloeibare stoffen.
Gasvormige stoffen
In een gasvormige stof zitten de deeltjes ver uit elkaar en bewegen ze snel.
Slide 7 - Slide
Leg uit wat een gasvormige stof is en laat voorbeelden zien van stoffen in deze toestand. Laat de studenten voorbeelden noemen van gasvormige stoffen.
Smelten
Door warmte kan een vaste stof smelten en overgaan naar de vloeibare toestand.
Slide 8 - Slide
Leg uit wat smelten is en laat voorbeelden zien van stoffen die kunnen smelten. Laat de studenten voorbeelden noemen van stoffen die kunnen smelten.
Stollen
Wanneer een vloeibare stof afkoelt, kan het stollen en overgaan naar de vaste toestand.
Slide 9 - Slide
Leg uit wat stollen is en laat voorbeelden zien van stoffen die kunnen stollen. Laat de studenten voorbeelden noemen van stoffen die kunnen stollen.
Verdampen
Door warmte kan een vloeibare stof verdampen en overgaan naar de gasvormige toestand.
Slide 10 - Slide
Leg uit wat verdampen is en laat voorbeelden zien van stoffen die kunnen verdampen. Laat de studenten voorbeelden noemen van stoffen die kunnen verdampen.
Condenseren
Wanneer een gasvormige stof afkoelt, kan het condenseren en overgaan naar de vloeibare toestand.
Slide 11 - Slide
Leg uit wat condenseren is en laat voorbeelden zien van stoffen die kunnen condenseren. Laat de studenten voorbeelden noemen van stoffen die kunnen condenseren.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 13 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 14 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.