This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Waarom lezen?
Slide 1 - Slide
Wat voor lezer ben jij?
Link
Slide 2 - Slide
Love to read!
Slide 3 - Slide
Dunste boekje
Slide 4 - Slide
Geschiedenisverhalen
Slide 5 - Slide
Science fiction
Slide 6 - Slide
Volwassenliteratuur
Slide 7 - Slide
Young adults
Slide 8 - Slide
Wat voor lezer ben jij?
Wat voor boeken lees jij voornamelijk?
Welke boeken lees jij in je vrije tijd?
Wat voor lezer ben jij?
Op welk niveau zit jij met lezen?
Welke boeken wil je dit jaar gaan lezen?
Wat is jouw favoriet soort boek?
Maak hier een kort verslagje van en bewaar dit in je fictiedossier.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Iedere schrijver heeft een schrijfdoel. Bij elk schrijfdoel horen verschillende tekstsoorten. Sleep het juiste doel naar de bijbehorende tekstsoort.
Activeren
Amuseren
Overtuigen
Informeren
Slide 11 - Drag question
Welke leesstrategie hoort erbij?
Oriënterend lezen
Globaal lezen
Intensief lezen
Zoekend lezen
Kritisch lezen
Je bladert de folder van de Albert Heijn door.
Bij het leren onderstreep je de hoofdzaken.
Je zoekt in de bibliotheek naar een boek van de leeslijst.
Je leest de tekst door voordat je de vragen gaat lezen en maken.
Je wil weten of de tekst betrouwbaar is.
Slide 12 - Drag question
Slide 13 - Slide
Kritisch lezen
Slide 14 - Slide
Kritisch lezen
Via televisie, kranten, tijdschriften en vooral internet kun je snel en makkelijk informatie vinden. Deze informatie is alleen niet altijd betrouwbaar.
Zo kan de informatie niet kloppen, omdat de auteur niet deskundig genoeg is of de informatie uit de tekst verouderd is. Ook kan het voorkomen dat een tekst niet objectief is of dat er informatie wordt weggelaten, omdat de auteur daar belang bij heeft.
Je moet een tekst dus kritisch lezen!
Slide 15 - Slide
Stel bij het kritisch lezen van de tekst de volgende vragen:
Is de auteur deskundig?
Is de auteur onpartijdig of heeft hij een bepaald belang?
Waar en wanneer is de tekst gepubliceerd?
Is de informatie in de tekst niet verouderd?
Zijn de mensen die geïnterviewd worden deskundig en betrouwbaar? Komen er voor- en tegenstanders aan het woord?
Klopt het wat de auteur zegt? Laat hij geen belangrijke dingen weg?
Staan er sterke argumenten in de tekst?
Slide 16 - Slide
Kritische
vraag
Inhoudelijke
vraag
Wat is de bron van de tekst?
Komt de bron van een betrouwbare website?
Wat is het tekstdoel van deze tekst?
Wat kun je zeggen van het taalgebruik van deze tekst?
Vind je dit een betrouwbare tekst?
Slide 17 - Drag question
Welke bronnen zijn betrouwbaar? Zet de bronnen in de juiste categorie.