Welke van de zinnen a, b en c vind jij het duidelijkst?
a. Al het zakgeld dat ik dit hele jaar heb opgespaard, geef ik uit aan vuurwerk.
b. Al mijn dit hele jaar opgespaarde zakgeld geef ik uit aan vuurwerk.
c. Ik heb dit hele jaar al mijn zakgeld opgespaard en dat geef ik uit aan vuurwerk.