The Great Wave off Kanagawa a.k.a. The Great Wave, Japanese ukiyo-e artist Hokusai, between 1829 and 1833 in the late Edo period.
Introductie H2 Rechtsstaat
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
The Great Wave off Kanagawa a.k.a. The Great Wave, Japanese ukiyo-e artist Hokusai, between 1829 and 1833 in the late Edo period.
Introductie H2 Rechtsstaat
Slide 1 - Slide
Na inhaalmoment toets bespreken
Slide 2 - Slide
Intro: Wat is rechtvaardigheid? En hoe bereik je rechtvaardigheid?
Slide 3 - Open question
Volgende week na inhaalmoment bespreken toets
PO Grote Vraagstukken volgende les (zelfstandig doen)
18 November naar Den Haag
KAVV einde van de week
Nu: Rechtvaardigere verhoudingen
In elk geval: door aandacht te schenken aan het verschil tussen
onrecht en ongeluk.
Slide 4 - Slide
H2 Rechtsstaat
Vandaag: intro
0. Presentatie
1. Lesdoelen
2. Onrecht en ongeluk
3. Gevoel van onrecht
Tussen onrecht en ongeluk
Slide 5 - Slide
The Great Wave off Kanagawa a.k.a. The Great Wave, Japanese ukiyo-e artist Hokusai, between 1829 and 1833 in the late Edo period.
Introductie H2 Rechtsstaat
Slide 6 - Slide
Na afloop van deze les kan je in jouw eigen woorden uitleggen wat de politieke relevantie is van de termen 'noodzaak', 'onrecht' en 'ongeluk'.
Slide 7 - Slide
Geef eens een voorbeeld van puur 'ongeluk' en puur 'onrecht'.
Slide 8 - Open question
Stel: Jij hoort van iemand dat zij heeft gezien dat een leerling met veel geld een docent omkoopt en op die manier een hoger cijfer krijgt op een toets. Zij vertelt ook dat ze vervolgens niets heeft gedaan, dus niet heeft gemeld dat deze omkoping heeft plaatsgevonden. Vind jij dan dat de persoon die deze omkoping heeft gezien en niets heeft gezegd, schuldig is aan iets? Waarom wel of niet?
Slide 9 - Open question
Onrechtvaardigheidsgevoel
Universeel menselijk
(Dieren en baby's hebben het ook)
Kijk maar...
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Slide
De tsunami in 2011 in Japan zorgde voor ongeveer 25k slachtoffers. Hier is sprake van...
A
Een ongeluk
B
Onrecht
C
Geen idee
Slide 13 - Quiz
Warnings Written in Stone: Stone tablets along the coast of Japan, some more than six centuries old, are inscribed with warnings about tsunamis.
Slide 14 - Slide
"[H]et rekruteren, onderbrengen, vervoeren, in levensonderhoud voorzien of verkrijgen van een persoon voor dwangarbeid of commerciële seksuele handelingen met gebruik van geweld, oplichting of dwang."
wikipedia.org/wiki/Moderne_slavernij
Slide 15 - Slide
Moderne slavernij in NL: onrecht of ongeluk? Waarom?
Slide 16 - Open question
Bio-industrie (...) is de industrie die met de hoogst mogelijke efficiëntie dierlijke producten produceert. Doordat de efficiëntie op gespannen voet kan staan met het welzijn van de gehouden dieren, ontvangt ze kritiek van dierenwelzijnsorganisaties. De term bio-industrie is bedacht door dierenwelzijnsorganisaties (...). Sinds 2009 hanteren deze organisaties de term vee-industrie om verwarring met het begrip biologische veehouderij te voorkomen.
Bron: nl.wikipedia.org/wiki/Bio-industrie
Slide 17 - Slide
De hedendaagse, Nederlandse bio-industrie: ongeluk of onrecht? Wie zal geneigd zijn tot welke beschrijving en waarom?
Slide 18 - Open question
Bedenk nu eens samen met jouw buurman/-vrouw waarom de termen ongeluk, onrecht en noodzaak in de politiek belangrijke termen zijn. Hoe werken deze termen in het politieke debat? Hoe functioneren ze?
Slide 19 - Open question
Waarom is het belangrijk om over het onderscheid tussen 'onrecht' en 'ongeluk' na te denken?
Slide 20 - Open question
Het
“Het verschil tussen ongeluk en onrecht heeft te maken met of wij de mogelijkheid hebben en moeite willen doen om te handelen in dienst van slachtoffers. Het onderscheid heeft te maken met onze bereidheid tot beschuldigen, vrijpleiten, helpen, verzachten, compenseren, wegkijken en/of ons in anderen te verplaatsen.” - J. Shklar, 1990.
Slide 21 - Slide
Dus
Let op het politieke gebruik van 'onrecht', 'ongeluk' en 'noodzaak'. Want: wie is hier dader, slachtoffer, sterk en zwak? Wie spreekt voor wie?