What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Week 20 Werkwoordspelling
1 / 44
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
This lesson contains
44 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Tekst
Slide 2 - Slide
Noem de 4 werkwoordsvormen waar we het over hebben gehad.
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Op welk niveau wil je de test doen?
Vul in: niveau 1 - 2 - 3
Slide 5 - Open question
Welke vraag heb je voor deze les over werkwoordspelling?
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Welke twee dingen moet je weten om de PV te kunnen spellen?
Slide 8 - Open question
Spelling van de persoonsvorm
Welk onderwerp hoort erbij? Enkelvoud of meervoud?
In welke tijd staat het? Tegenwoordige of verleden tijd?
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Gebiedende wijs
Er wordt een bevel of opdracht gegeven.
Er staat vaak een uitroepteken achter.
Er staat geen onderwerp in de zin.
Regel: schrijf de ik-vorm
Slide 11 - Slide
(Worden) nou eens wakker, (kleden) je aan en (houden) op met gapen!
Slide 12 - Open question
Spelling van het voltooid deelwoord
Langer maken: hoor je een -d of een -t?
Bij sommige sterke werkwoorden eindigt het op -en.
Gebruik
't Kofschip
als je niet hoort met langer maken.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Spelling van het voltooid deelwoord
Slide 15 - Slide
Spelling van het bijvoeglijk gebruikte
voltooid deelwoord. (bijvoeglijk naamwoord)
Schrijf het woord zo kort mogelijk.
Het
bestede
geld, de
gemaakte
test, een
vergrote
foto.
Een bijvoeglijk naamwoord eindigt op een E, behalve bij sommige sterke werkwoorden.
De
verdwenen
sok, een
gelopen
race.
Slide 16 - Slide
Afgelopen dinsdag (wachten) we gespannen op de persconferentie
A
wachten
B
wachte
C
wachtte
D
wachtten
Slide 17 - Quiz
Afgelopen dinsdag
wachtten
we gespannen op de persconferentie
wachtten = persoonsvorm verleden tijd
onderwerp = we
we = meervoud
verleden tijd, meervoud, zwak ww = ik-vorm + ten/den
wacht + ten
Slide 18 - Slide
Sorry, ik (horen) je niet goed.
A
hoorde
B
hoorden
C
hoordde
D
hoordden
Slide 19 - Quiz
Sorry, ik
hoorde
je niet goed.
hoorde = persoonsvorm verleden tijd
onderwerp = ik
ik = enkelvoud
verleden tijd, enkelvoud, zwak ww= ik-vorm + te/de
hoor + de
Slide 20 - Slide
Mijn broertje (worden) gisteren gebeld door zijn juf.
A
wert
B
werd
C
werdt
D
wierd
Slide 21 - Quiz
Mijn broertje
werd
gisteren gebeld door zijn juf.
werd = persoonsvorm verleden tijd, sterk werkwoord
onderwerp = mijn broertje
mijn broertje = enkelvoud
enkelvoud verleden tijd sterk ww = vaste vorm
werd
Slide 22 - Slide
Opi Kas (vertellen) vroeger al sterke verhalen.
A
vertelden
B
vertellde
C
verteldde
D
vertelde
Slide 23 - Quiz
Opi Kas
vertelde
vroeger al sterke verhalen
vertelde = persoonsvorm verleden tijd
onderwerp = Opi Kas
Opi Kas = enkelvoud
verleden tijd, enkelvoud, zwak ww= ik-vorm + te/de
vertel + de
Slide 24 - Slide
Op de snelweg is een ongeluk (gebeuren).
A
gebeurt
B
gebeurd
C
gebeurdt
Slide 25 - Quiz
Op de snelweg
is
een ongeluk
gebeurd
.
gebeurd = voltooid deelwoord. (pv = is)
voltooid deelwoord = verlengproef. (Bij twijfel: 't sexy fokschaap)
verlengproef = gebeur
de.
(En niet gebeurte)
gebeur
d
Slide 26 - Slide
Op de snelweg (gebeuren) gisteren een ongeluk.
A
gebeurde
B
gebeurte
C
gebeurden
D
gebeurdde
Slide 27 - Quiz
Op de snelweg
gebeurde
gisteren een ongeluk.
gebeurde = persoonsvorm
verleden tijd & enkelvoud
ik-vorm + de
gebeur
de
Slide 28 - Slide
De (schilderen) kozijnen waren nog nat.
A
geschilderden
B
geschilderdde
C
geschilderdden
D
geschilderde
Slide 29 - Quiz
De
geschilderde
kozijnen waren nog nat.
geschilderde = zegt iets over kozijnen = bijvoeglijk naamwoord.
Schrijf het zo kort mogelijk.
geschilderde.
Slide 30 - Slide
(Worden) je broer nog steeds lastiggevallen?
A
wordt
B
werdt
C
word
D
werd
Slide 31 - Quiz
Wordt
je broer nog steeds lastiggevallen?
Wordt = persoonsvorm
Onderwerp = je broer
je broer = ander enkelvoud (dus geen ik)
Ander enkelvoud tegenwoordige tijd = ik-vorm + t
Word + t
Slide 32 - Slide
Wanneer zijn jullie (verhuizen)?
A
verhuist
B
verhuizd
C
verhuizt
D
verhuisd
Slide 33 - Quiz
Wanneer
zijn
jullie
verhuisd
?
verhuisd = voltooid deelwoord. (pv = zijn)
voltooid deelwoord = verlengproef. (Bij twijfel: 't sexy fokschaap)
verlengproef = verhuisde of verhuiste?
twijfel =
'
t s
e
x
y
f
o
ksch
aa
p
Haal
-en
af van het hele werkwoord = verhui
z
De
z
zit
niet
in 't sexy fokschaap
Niet = d. Wel = t.
Plak een d achter de ik-vorm =
verhuisd
Slide 34 - Slide
Waarom (binden) je dat touw vast?
A
bind
B
bint
C
bindt
Slide 35 - Quiz
Waarom
bind
je dat touw vast?
bind = persoonsvorm
Onderwerp = je
je = jij achter de persoonsvorm - enkelvoud
je/jij achter de persoonsvorm = ik-vorm
bind
Slide 36 - Slide
Waarom (binden) je zus dat touw vast?
A
bind
B
bint
C
bindt
Slide 37 - Quiz
Waarom
bindt
je zus dat touw vast?
bindt = persoonsvorm
Onderwerp = je zus
je zus = ander enkelvoud = ik-vorm + t
bindt
Slide 38 - Slide
(Binden) dat touw onmiddellijk vast!
A
Bind
B
Bint
C
Bindt
Slide 39 - Quiz
Bind
dat touw onmiddellijk vast!
bind = persoonsvorm
Onderwerp = geen
geen onderwerp, bevel = gebiedende wijs
gebiedende wijs = ik-vorm
bind
Slide 40 - Slide
Op dit moment (vinden) het meisje (huilen) en (snikken) haar (verdwijnen) telefoon terug.
Slide 41 - Open question
(Lachen)(vragen) hij aan mij: '(Worden) je broer vaker (dissen) door die (wegrennen) vrienden?'
Slide 42 - Open question
1. Op dit moment
vindt
het teleurgestelde meisje
huilend
en
snikkend
haar
verdwenen
telefoon terug in de prullenbak.
2.
Lachend
vroeg
hij aan mij: ‘
Wordt
je broer vaker
gedist
door die
weggerende
vrienden?’
Slide 43 - Slide
Tot slot...
Volgende week geen les vanwege Hemelvaart.
De test schuift daarom door naar week 22.
Leer de Toolbox werkwoordspelling in Plot.
Leer de PowerPoint, link naar de Spelo in SOM.
Maak alle oefeningen in de APP!!!!!!!!!
Slide 44 - Slide
More lessons like this
Werkwoordspelling oefenen H2
June 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
KT2: werkwoordspelling H6 sheets met uitleg
March 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Week 19 klas 2 werkwoordspelling
May 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling van de persoonsvorm
September 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
November 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
14/10 Werkwoordspelling 2-6 1mh
September 2020
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Slimmer Schrijven: Pas de persoonsvorm aan!
April 2023
- Lesson with
15 slides
Uitleg werkwoordspelling pvtt, pvvt, vd
March 2021
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2