6.2 Weerstand, geleidbaarheid en de wet van Ohm - deel 2

H4natk5 
Goedemiddag!
Deze les:
par. 6.2: Weerstand, Geleidbaarheid en de wet van Ohm

Ga naar lessonup.app en log in met de code linksonder .
Houd ook je boek erbij.


1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H4natk5 
Goedemiddag!
Deze les:
par. 6.2: Weerstand, Geleidbaarheid en de wet van Ohm

Ga naar lessonup.app en log in met de code linksonder .
Houd ook je boek erbij.


Slide 1 - Slide

Spanning
  • Vergelijk spanning met een hoogteverschil: stroom wil "naar beneden" stromen: van + naar -
  • Vergelijk een spanningsbron (zoals een batterij) met een pomp of lift: deze brengt de stroom "omhoog" (dus in de batterij van - naar +)

Slide 2 - Slide

Batterijen van ieder 1,5 V zijn geschakeld. Wat is de spanning tussen A en D?
A
0,0 V
B
1,5 V
C
3,0 V
D
4,5 V

Slide 3 - Quiz

Spanning
  • Vergelijk spanning met een hoogteverschil: stroom wil "naar beneden" stromen: van + naar -
  • Vergelijk een spanningsbron (zoals een batterij) met een pomp of lift: deze brengt de stroom "omhoog" (dus in de batterij van - naar +)
  • Maar wat nu als je batterij "verkeerd om" schakelt? 
  • Dan gaat de lift niet omhoog maar naar beneden....

Slide 4 - Slide

Batterijen van ieder 1,5 V zijn geschakeld. Wat is de spanning tussen A en F?
A
0,0 V
B
1,5 V
C
3,0 V
D
4,5 V

Slide 5 - Quiz

6.2 Weerstand, geleidbaarheid en de wet van Ohm

Slide 6 - Slide

Weerstand
  • Symbool: R
  • Eenheid: Ω (Ohm)
  • Letterlijk weerstand tegen de stroom
  • Meer weerstand -> minder stroom (bij dezelfde spanning)
  • Het omgekeerde is geleidbaarheid: G = 1 / R
  • Dus bijv. R = 2,0 Ω heeft geleidbaarheid G = 0,50 S (Siemens)

Slide 7 - Slide

Soortelijke weerstand
  • rho = (R x A )/ L (BINAS 35D1)
  • Materiaaleigenschap
  • De weerstand van een draad:            R = (rho x L) / A
  • Lengte L groter -> weerstand groter
  • Dwarsdoorsnede A groter -> weerstand kleiner

Slide 8 - Slide

Wet van Ohm
  • U = I x R (BINAS35D1)
  • Wat zien we hieraan?
  • Weerstand is spanning gedeeld door stroom: R = U / I
  • Als de weerstand constant is, dan zijn U en I recht evenredig
  • Zo'n weerstand noemen we een Ohmse weerstand. (fig. b)

Slide 9 - Slide

U = I x R in driehoek
Verband U, I en R

Slide 10 - Slide

8a. De stroom I loopt
A
van P naar Q
B
van Q naar P

Slide 11 - Quiz

8b. De elektronen bewegen
A
van P naar Q
B
van Q naar P

Slide 12 - Quiz

8c. A1 meet de stroom in de dikke draad, A2 in de dunne draad.
A
A1 meet een grotere stroom dan A2
B
A1 meet een kleinere stroom dan A2
C
A1 en A2 meten een even grote stroom
D
Onvoldoende gegevens om uitspraak te doen

Slide 13 - Quiz

11.  A en B zijn even dik. A en C zijn even lang.
Zet in volgorde van toenemende weerstand
timer
1:00

Slide 14 - Drag question

Soortelijke weerstand
  • rho = (R x A )/ L (BINAS 35D1)
  • Materiaaleigenschap
  • De weerstand van een draad:            R = (rho x L) / A
  • Lengte L groter (langere draad)  -> weerstand groter
  • Dwarsdoorsnede A groter  (dikkere draad) -> weerstand kleiner

Slide 15 - Slide

12a. Zie (I,U)-diagram van twee fietslampjes. Welk lampje geeft het zwakste licht?
A
1
B
2

Slide 16 - Quiz

12b. Welk lampje heeft de grootste weerstand?
A
1
B
2

Slide 17 - Quiz

12c. Bij een spanning groter dan 2V is grafiek 2 een rechte lijn. Is dit een Ohmse weerstand?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Huiswerk
  • Kijk het hw van deze week zelf na m.b.v. de uitwerkingen
  • nieuw hw: lezen par. 7.3 en maken opg. 14 & 16
  • Inleveren uiterlijk zondag 24:00 op Classroom

Fijne Hemelvaartsdag en tot maandag!

Slide 19 - Slide