AFP 1.2.22

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 


Les 25
Leerjaar 1
Periode 2
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Anatomie, Fysiologie en Pathologie 


Les 25
Leerjaar 1
Periode 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions



DA1A1/DA1B1
1. Gezamenlijke start
2. Vorige les
3. Theorie Bloed (vervolg)







DA1A2/DA1B2
  1. Gezamenlijke start
  2. Werken aan opdracht week 2-Bloedgroepen en Bloedziekten
Lesindeling (eerste uur)
10 minuten voor tijd gezamenlijk afronden + huiswerk

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je:
  • Vertellen welke bloedgroepen er bestaan en op basis van welke kenmerken bloedgroepen ingedeeld kunnen worden.
  • Uitleggen wat er bedoeld wordt met een universele donor en een universele ontvanger
  • Benoemen welke invloed de rhesusfactor kan hebben binnen een zwangerschap



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
Uit welke onderdelen bestaat het bloed?
Wat bedoelen we met erytrocyten?
Wat is de functie van lymfocyten?
Wat verstaan we onder fagocytose?
Welke afvalstoffen ontstaan er bij de afbraak van rode bloedcellen?
Wat doen bloedplaatjes?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Bloed (herhaling)
Bloedplasma: 
  • Water, opgeloste stoffen, eiwitten, zouten

Bloedcellen: 
  • Wit: afweersysteem 
  • Rood: vervoer van O2 en CO2

Bloedplaatjes: Stukjes cel
  • Bloedstolling 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bloedgroepen
Bloedgroep: wordt bepaald door rode bloedcellen
  • De antigenen op de bloedcel bepalen de bloedgroep

Er zijn twee indelingen:
  • AB0-systeem
  • Rhesus-bloedgroepensysteem

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

AB0-systeem
AB0-systeem: A, B en nul (niet Oooo!)

  • Bloedgroep A heeft antigeen A

  • Bloedgroep B heeft antigeen B

  • Bloedgroep AB heeft antigeen A en antigeen B

  • Bloedgroep 0 heeft géén antigenen


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

AB0-systeem (vervolg)
Behalve antigenen, zitten er in het bloed ook antilichamen: 
  • Antilichamen zorgen voor klontering van het bloed na contact met 'de verkeerde bloedgroep'
  • Bloedgroep A heeft antilichamen voor B
  • Bloedgroep B heeft antilichamen voor A
  • Bloedgroep AB heeft géén antilichamen
  • Bloedgroep 0 heeft antilichamen voor A en B

Je kunt niet zomaar elke bloedgroep doneren aan iedereen...

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Anti-lichamen

Slide 9 - Slide

Bloedgroep AB is een universele ontvanger: mensen met deze bloedgroep kunnen alle soorten bloed ontvangen, omdat zij GEEN antilichamen hebben

Bloedgroep 0 is een universele donor: mensen met deze bloedgroep kunnen aan iedereen bloed geven, omdat zij geen antigenen hebben waarop antilichamen kunnen reageren
Rhesus-bloedgroepensysteem
Rhesus-bloedgroepensysteem: gebaseerd op rhesusantigenen

  • Rhesuspositief (+): het rhesusantigeen is aanwezig
  • Rhesusnegatief (-): er is geen rhesusantigeen aanwezig

Antilichamen tegen het rhesusantigeen worden pas aangemaakt na het eerste contact

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Huiswerk
  1. Leren van de LessonUp
  2. (Af)maken Expert College Pathologie Bloed en Stolling
  3. Start opdracht week 2-Bloedgroepen en bloedziekten

Slide 13 - Slide

This item has no instructions