Maatschappijkunde - 5.2 Taken van de regering

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Politiek

H5.2 Taken van de regering

Hoofdvraag

• Welke taken heeft de regering?

Koning

Ministers

Ministers / ministeries

Elke minister houdt zich bezig met een eigen beleidsterrein.

Noem zoveel mogelijk ministeries

Ministeries:

Ministerie van Algemene Zaken 

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 

Ministerie van Buitenlandse Zaken (

Ministerie van Defensie 

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 

Ministerie van Financiën 

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat 

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 

Ministerie van Justitie en Veiligheid 

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 

Staatssecretaris

Minister

Ambtenaren

Staatssecretaris

Hulpje van de minister. Verantwoordelijk voor een deel van het beleidsterrein.

Ministerraad

(= alle ministers samen. Vergadert 1 keer per week, meestal op vrijdag)

Ministers + staatsecretarissen

Verantwoordelijk voor de voorbereiding en de uitvoering van het overheidsbeleid.

• Maken van wetsvoorstellen.
  
• Het uitvoeren van eenmaal aangenomen wetten.
  
• Het jaarlijks opstellen van de rijksbegroting en deze aanbieden aan het parlement.
  

Wie zitten er in de regering?

1. De ministers + koning
2. De ministers + staatssecretarissen

Nederland = een constitutionele monarchie

Een staatsvorm waarin de taken en bevoegdheden van het staatshoofd door de grondwet zijn beperkt. 

Kan iedereen koning worden?

1. Ja
2. Nee

Erfopvolging

De opvolging van het staatshoofd wordt geregeld binnen een familie.

Ministeriële verantwoordelijkheid

Het kabinet is verantwoordelijk voor het bestuur van het land en voor alles wat de koning in het openbaar doet of zegt. 

Koning = onschendbaar

Hoeft aan niemand uit te leggen wat hij doet en waarom hij iets doet.

Koning

• Staatshoofd van Koninkrijk der Nederlanden.
• Bijna geen macht, omdat hij zich niet met politieke kwesties mag bemoeien.

Taken koning

• Handtekening zetten (symbolische functie)
  
• Troonrede voorlezen (Ceremoniële functie)
  
• Beëdigen ministers en staatssecretarissen
  
• Overleg voeren met minister president
  
• Ons land vertegenwoordigen (representatieve functie)

Prinsjesdag

Troonrede - plannen voor het komende jaar 

Rijksbegroting - verwachte inkomsten en uitgave van het komende jaar

Algemene beschouwingen

Debat over de plannen van het kabinet met de minister-president

Opdrachten 

• Leg in eigen woorden het verschil uit tussen een regering en kabinet.
• Leg in eigen woorden uit wat de rol is van een minister.
• Leg in eigen woorden uit wat het begrip staatssecretaris betekent.
• Leg in eigen woorden uit waarom ministers toch samen moeten werken. 
• Leg in je eigen woorden uit wat er er gebeurt op Prinsjesdag. 

Leg in eigen woorden het verschil uit tussen een regering en kabinet.

Leg in eigen woorden uit wat de rol is van een minister.

Leg in eigen woorden het begrip staatssecretaris betekent.

Leg in eigen woorden uit waarom ministers toch samen moeten werken.

Leg in je eigen woorden uit wat er er gebeurt op Prinsjesdag.

Opdrachten maken

Lezen: bladzijde 58 en 59 (H5.2 Taken van de regering)

Maken: 6, 7, 8, 9, 17, 19a en 20 (bladzijde 59)

Opdrachten bespreken

Lezen: bladzijde 58 en 59 (H5.2 Taken van de regering)

Maken: 6, 7, 8 en 9 (bladzijde 59)