Economisch Burgerschap 1

Economisch Burgerschap 1
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Economisch Burgerschap 1

Slide 1 - Slide

Vandaag
1. Wat is Economie?
2. Hoe hoog zijn mijn inkomsten nu en later
3. Hoe hoog zijn mijn uitgaven nu en later

Slide 2 - Slide

Wat is Economie?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Behoeften
In het filmpje wordt er gesproken over 'behoeften'. 

Wat wordt daarmee bedoeld?

Slide 5 - Slide

Behoeften
'Behoeften zijn dingen die je wilt'. 

Zoals welke dan?

Slide 6 - Slide

Behoeften
Primaire behoeften: Huis, eten, kleding, medische zorg & onderwijs.

Secundaire behoeften: Telefoon, luxe artikelen zoals laptop, auto maar ook vakantie. 

Slide 7 - Slide

Middelen
Geld en tijd

We hebben er niet oneindig veel van dus we moeten prioriteiten stellen. Welke?

Slide 8 - Slide

Inkomsten
1. Inkomen uit arbeid: Ofwel, werk. 

2. Inkomen uit bezit: Rente uit spaargeld. Of huis verhuren. Winst.

3. Geld uit overdracht: zakgeld, kleedgeld, toeslagen, uitkering, stufi. 


Slide 9 - Slide

Opdracht 1

BUDGETTEREN 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Opdracht 1: 
1. Open een documentje en zet bovenaan het blad:
                                   'Economisch burgerschap'.

2. Voeg een tabel in met 2 kolommen. En maak een begroting. 


Slide 12 - Slide

Opdracht 1:
3. Open je bankieren app en ga na van de afgelopen maand (is bijna voorbij) wat je in en uitgaven zijn. 
Schrijf alle in- en uitgaven op zoals in het filmpje beschreven dus in 3 groepen. Geef er kleuren aan of zet alle input onder elkaar. 

4. Heb je een begrotingstekort of overschot? Beschrijf in een kort verhaaltje wat er bij jou van toepassing is. En hoe je daarmee wilt omgaan. 
                                                                       15 minuten

Slide 13 - Slide

timer
15:00

Slide 14 - Slide

Toekomst
Hoe zit het met de toekomst? Welke vaste lasten heb je nu niet maar later wel? 

Slide 15 - Slide

Vaste lasten
  • huur of hypotheek.
  • gas, water en elektriciteit.
  • verzekeringen.
  • abonnementen.
  • belastingen.
  • gemeentelijke belastingen en heffingen.
  • onderhoud van je huis.
  • bijdrage voor vereniging van eigenaren.

Slide 16 - Slide

In een 2-tal: 
Situatie 1: Je gaat samenwonen met je 2-tal op kamers in een studentenstad. Je bent 18 en je ouder(s) betalen niet meer voor je zorgverzekering. Vergeet al je abonnementen en boodschappen niet. Maak opnieuw een begroting maar dan alleen de uitgaven. Tel het totaal op. 

Situatie 2: Je gaat samenwonen met je partner in een koophuis van ongeveer 300.000. Bereken je hypotheek kosten. Vergeet je vaste lasten als gas, water, licht niet. Een zorgverzekering en een telefoon abonnement is ook nodig. Maak opnieuw een begroting maar dan alleen de uitgaven. Tel het totaal op. 

Wat moet je verdienen om rond te komen? 

Slide 17 - Slide

Resultaten bespreken
SLA DIT GOED OP! 

Slide 18 - Slide

Goed Gewerkt!

Slide 19 - Slide