NL hoofdstuk 3 LGD - A1

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Wilt u het bonnetje?

Huiswerk nakijken

Hoofdtekst lezen:

Onderstreep de woorden die je niet begrijpt.

Getallenquiz

Ken je álle Nederlandse getallen/cijfers?

Wat is:
tien euro vijftig

1. €10,05
2. €1,50
3. €10,50
4. €10,55

Wat is:
éénentwintig

1. 20
2. 21
3. 23
4. 22

Wat is:
negenentwintig

1. 27
2. 26
3. 25
4. 29

Wat is:
tachtig euro tweeëntwintig

1. €60,22
2. €80,22
3. €80,23
4. €60,32

Wat is:
veertig euro negenennegentig

1. €40,95
2. €40,92
3. €40,99
4. €40,97

Wat zijn:
vijftig, zestig & zeventig

1. 5, 6 & 7
2. 55, 65 & 75
3. 50 & 67
4. 50, 60 & 70

Wat is:
honderdduizend

1. 100
2. 1.000
3. 1.000.000
4. 1.000.000.000

Vraag 1.2:
Wat is jouw postcode?

Vraag 1.4:
Wat is jouw geboortedatum?

Vraag 1.5
Wanneer ben je jarig?

Laten we spreken!

Opdracht 1 & 2

Het meervoud

Hoe maken we het meervoud van een woord?

Er zijn 3 opties! Check pagina 46 in je boek!

Meervoud op -en:

Meervoud op -s & -'s

Opdracht 5 & 10 maken: