Unit 4: les 3

1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

timer
15:00

Slide 2 - Slide

Today
  • Grammar explanation
  • Practice
  • Worktime 
  • Homework + evaluation 

Slide 3 - Slide

Goals
By the end of this lesson:
You know what the imperative is
You have made sentences with the imperative


Slide 4 - Slide

Do you have an idea?

Slide 5 - Slide

The imperative is used in sentences as:
''Clean your room.'' or ''Don't cross the street.''

What do you think it is?

Slide 6 - Mind map

What? The imperative 
The imperative is in het Nederlands de gebiedende wijs 
De gebiedende wijs gebruik je om aan te geven dat:
  • iemand iets moet doen → ''Turn left.''
  • iemand iets juist niet moet doen → ''Don't worry about it.''


Slide 7 - Slide

How? The imperative 
The imperative vorm je als iemand iets moet doen door:
  • Het infinitief zonder to → ''Open your mouth.''

The imperative vorm je als iemand iets juist niet moet doen door:
  • Het infinitief zonder to, met don't ervoor → ''Don't spill your drink.''

Slide 8 - Slide

Kijk naar wat je wel of niet moet doen:
''You must listen to your teacher.''

Slide 9 - Open question

Kijk naar wat je wel of niet moet doen:
''You mustn't be noisy.''

Slide 10 - Open question

Kijk naar wat je wel of niet moet doen:
''You mustn't cheat.''

Slide 11 - Open question

Kijk naar wat je wel of niet moet doen:
''You need to sit at your desk.''

Slide 12 - Open question

Kijk naar wat je wel of niet moet doen:
''You have to pay attention.''

Slide 13 - Open question

Make exercise  23 t/m 40.
Alone
Your book
25 minutes
You have finished the exercises
Continue working on other exercises of Chapter 4

Slide 14 - Slide

Evaluation + homework
• maak opdr. 23 t/m 40 af
  • leer de woordjes

Slide 15 - Slide