This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Herhaling hoofdstuk 1
Slide 1 - Slide
Je laat zien dat:
Je het verschil weet tussen levensvragen en gewone vragen.
Je kunt aangeven wat bestaanservaringen zijn.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Is dit een levensvraag of niet? "Is er leven na de dood?"
A
Levensvraag
B
Geen levensvraag
Slide 4 - Quiz
Is dit een levensvraag of niet? "wat eten we vandaag?"
A
Levensvraag
B
Geen levensvraag
Slide 5 - Quiz
Is dit een levensvraag of niet? "Wanneer is in de moskee het avondgebed?"
A
Levensvraag
B
Geen levensvraag
Slide 6 - Quiz
Is dit een levensvraag of niet? "Bestaat toeval?"
A
Levensvraag
B
Geen levensvraag
Slide 7 - Quiz
Is dit een levensvraag of niet? "Waarom krijgt die vrouw zoveel ellende te verduren in haar leven?"
A
Levensvraag
B
Geen levensvraag
Slide 8 - Quiz
Wanneer was de Tweede Wereldoorlog?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag
Slide 9 - Quiz
Waar ligt mijn wiskundeboek?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag
Slide 10 - Quiz
Waarom is liegen volgens jou verkeerd?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag
Slide 11 - Quiz
Zal ik later gelukkig worden?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag
Slide 12 - Quiz
Maak goede combinaties
Feiten
Meningen
Persoonlijk
Belangrijk
simpel
Wanneer is het vakantie?
Levensvragen
Algemene vragen
Levensvragen
Algemene Vragen
Levensvragen
Algemene vragen
Slide 13 - Drag question
Sleep onderstaande levensvragen naar de goede groep.
Belangrijke dingen in het leven
Wie de mens is/wie jij bent
Omgaan met elkaar
Omgaan met lijden & dood
De tijd
De natuur
Is gamen het belangrijkste in je leven?
Wat vind je van het eten van vlees?
Vertel je alles aan je ouders?
Hoe is het leven ooit begonnen?
Waarom ben ik zo verlegen?
Waarom wordt hij gepest?
Slide 14 - Drag question
Maak de onderstaande zin af door één van de antwoorden te kiezen.
Een levensvraag is te herkennen aan drie dingen:
A
1. Er is geen vast antwoord op de vraag;
2. De vraag gaat over echt belangrijke dingen;
3. Het gaat over grote onderwerpen.
B
1. Er is geen vast antwoord op de vraag;
2. De vraag gaat over je eigen leven;
3. Het gaat over onderwerpen die jij belangrijk vindt.
C
1. Er is een vast antwoord op de vraag;
2. De vraag gaat over van alles en nog wat;
3. Het gaat over het leven.
D
1. Er is een vast antwoord op de vraag;
2. Het antwoord is de waarheid;
3. Het gaat over onderwerpen die jij belangrijk vindt.
Slide 15 - Quiz
Is de onderstaande vraag een gewone vraag of een levensvraag?
Waar ligt Maastricht?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag
Slide 16 - Quiz
Is de onderstaande vraag een gewone vraag of een levensvraag?
Hoe laat is het?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag
Slide 17 - Quiz
Is de onderstaande vraag een gewone vraag of een levensvraag?
Wat is liefde?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag
Slide 18 - Quiz
Is de onderstaande vraag een gewone vraag of een levensvraag?
Waarom doen mensen elkaar pijn?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag
Slide 19 - Quiz
Is de onderstaande vraag een gewone vraag of een levensvraag?
Wie bepaalt wat goed is en wat fout is?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag
Slide 20 - Quiz
Is de onderstaande vraag een gewone vraag of een levensvraag?
Op welke dag valt mijn verjaardag in het jaar 2056?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag
Slide 21 - Quiz
Is de onderstaande vraag een gewone vraag of een levensvraag?
Welke schoenen staan het mooiste bij deze broek?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag
Slide 22 - Quiz
Is de onderstaande vraag een gewone vraag of een levensvraag?
Waarom ben ik zo verlegen?
A
Gewone vraag
B
Levensvraag
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Video
Kies de juiste volgorde van ontbrekende woorden:
Veel mensen zijn niet dagelijks bezig met de vraag naar de zin van het ...... Ze hebben het goed naar de ..... Ze zijn bezig met zaken die de .... waard zijn in hun leven. Dat kan plezier zijn op ....., maar ook een fijn gezin of leuke .... Sommigen zin tevreden omdat ze succesvol zijn in hun ......
A
leven, moeite, vrienden, zin, sport, school
B
school, leven, zin, sport, moeite, vrienden
C
leven, zin, moeite, school, vrienden, sport
D
leven, zin, moeite, vrienden, school, sport
Slide 25 - Quiz
Persoonlijk
Persoonlijk
Persoonlijk
Gemeen-schappelijk
Gemeen-schappelijk
De levensovertuiging van Irene
De levensbeschouwing van een christen
De kijk op het leven van een Hindoe
De kijk van Kim op de belangrijkste dingen in het leven
De levensvisie van de leraar godsdienst
Slide 26 - Drag question
Getuige geweest van een dodelijk ongeluk.
A
Gewone ervaring
B
Bestaanservaring
Slide 27 - Quiz
Wat hoort bij elkaar?
Gewone ervaring
Bestaans ervaring
Bestaans ervaring
Gewone ervaring
Getuige van een dodelijk ongeluk geweest
Proefwerk geleerd
Je beste vriend wijst je af
Avondeten
Slide 28 - Drag question
Een miljoen gewonnen met de Postcodeloterij.
A
Gewone ervaring
B
Bestaanservaring
Slide 29 - Quiz
Kampioen geworden met je team.
A
Gewone ervaring
B
Bestaanservaring
Slide 30 - Quiz
Op tv beelden gezien van mensen die zijn gemarteld.
A
Gewone ervaring
B
Bestaanservaring
Slide 31 - Quiz
De geboorte van een kind meegemaakt. (bijv. jouw broertje/zusje...)