H3 2 hv 2024 aanwijzend voornaamwoord 19 maart
Chapitre 3
Les bonnes affaires!
C'est mardi,
le 19 mars.
Aujourd'hui .....
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 27 slides, with interactive quiz and text slides.
Items in this lesson
Chapitre 3
Les bonnes affaires!
C'est mardi,
le 19 mars.
Aujourd'hui .....
Slide 1 - Slide
Planning d'aujourd'hui
* D grammaire
* C parler français
Getallen
So hoofstuk 3: maandag 25 maart
Slide 2 - Slide
Sur la table....
* TES LIVRES:
Cahier d'activités A
(Livre d'activités voortaan)
* TON CAHIER
* TA TROUSSE
Slide 3 - Slide
Sujet
Le sujet de chapitre 3: faire du shopping.
Liam et Évan. Les baskets: l'histoire etc.
Getallen: 60 t/m 1000
Les buts:
Het aanwijzend naamwoord
De onregelmatige werkwoorden: pouvoir et vouloir
Slide 4 - Slide
Les vêtements
Slide 5 - Slide
Prends ton cahier!
Il faut prendre des notes!
Slide 6 - Slide
Aanwijzend voornaamwoord
In het Frans:
Cette jupe cette robe deze rok / deze jurk (die rok / die jurk)
ce T-shirt dit T-shirt (dat T-shirt)
Slide 7 - Slide
Het aanwijzend voornaamwoord
In het Frans kijk je naar de bezitting en niet naar de bezitter. Dat is anders dan in het Nederlands. Controleer dus goed of het zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk of meervoud is.
ce cet | cette deze spijkerbroek = ce jean want: le jean
--------------- deze jurk = cette robe want: la robe
ces | ces deze spijkerbroeken = ces jeans want: les jeans
deze & die deze jurken = ces robes want: les robes
dit & dat
Let op!: cet hôtel cet après-midi cet homme cet hiver cet objet
Slide 8 - Slide
Het aanwijzend voornaamwoord
Het kruisjessysteem:
|
---------------
|
Slide 9 - Slide
Prends ton livre!
Livre d'activités A:
page 110 Grammaire
Corriger
Faire B:
Exercice: 17 a b c d
18 a b c
Slide 10 - Slide
Klinkerbotsing
In het Frans is de uitspraak heel belangrijk. Soms wordt er iets afgekort, vervangen en/of aan elkaar uitgesproken.
Mannelijk Vrouwelijk
Het voorwerp = l'objet De sjaal = l'écharpe
Bij de bovenstaande voorbeelden is niet meer te zien of het woordje nou vrouwelijk is of mannelijk. Dit heeft te maken met de klinkerbotsing.
Slide 11 - Slide
Klinkers.........
De klinkerbotsing.
Voor een klinker ( a u o e i) of een h die je niet hoort (stomme H) veranderen de bepaalde lidwoorden "le" en "la" in "l'
Mannelijk Vrouwelijk
Het voorwerp = l'objet De sjaal = l'écharpe
Je ziet het ook bij bijvoorbeeld: ik heb = j'ai of ik woon = j'habite
Slide 12 - Slide
Prends ton livre!
Livre d'activités A:
page 109 Parler
Faire B:
Exercices: 15 a
Slide 13 - Slide
Parler français!
Slide 14 - Slide
Faire les magasins:
* On va en ville, samedi?
* Comment tu trouves ce jean bleu?
* Il coute 45 euros seulement.
* Tu fais quelle taille?
* Tu veux l'acheter?
Faire les magasins:
* Oui, je voudrais acheter un nouveau jean.
* Pas mal! Il coute combien?
* Ce n'est pas cher
* Du M
* Non, il est trop petit.
* Oui, il est beau!
Slide 15 - Slide
Faire les magasins:
* On va au centre-ville, vendredi?
* Comment tu trouves cette robe verte?
* Elle coute 45 euros seulement.
* Tu fais quelle taille?
* Tu veux l'acheter?
Faire les magasins:
* Oui, je voudrais acheter une nouvelle robe.
* Pas mal! Elle coute combien?
* Ce n'est pas cher
* Du S
* Non, elle est trop grande.
* Oui, elle est belle!
Slide 16 - Slide
In deze Franse les ben ik meer te weten gekomen over.......
Slide 17 - Mind map
La fin du cours. À la prochaine!
Slide 18 - Slide
Instruction
Wat : Maken van "intro" op blz. 6: opdracht 1b,2 en 3
Hoe : Zorg dat je de vragen goed leest! Je werkt IN JE BOEK!
Wie : Overleg in tweetallen
Tijd : 10 minuten
Klaar : Starten met leren Apprendre 1:
Schrijf de woordjes voluit achterin je schrift.
Slide 19 - Slide
ZS: zelfstandig werken in stilte
Voordelen:
*Rustige sfeer om in te werken.
*Aanscherpen concentratie
*Betere Focus
*Zelf oplossingsgericht nadenken
Na 10 minuten mag je zeker vragen stellen.
Slide 20 - Slide
Range ton ordinateur!
Slide 21 - Slide
Dictée chapitre 3: Les nombres
1. 83
2. 98
3. 800
4. 74
5. 1004
Slide 22 - Slide
Prends ton stylo!
Dictée getallen
Slide 23 - Slide
Doel van de "dictées"
1. Regelmatig leren vergroot kennis van de woordenschat.
2. De kennis komt in het lange termijn geheugen.
3. De schrijfwijze wordt juist geoefend.
4. De uitspraak wordt geoefend.
5. Bewustwording van het verband tussen grammatica en zinsstructuren.
6. Feedback vergroot inzicht door fouten te bekijken.
Slide 24 - Slide
Dictée
* 5 Franse zinnen en woordjes: vertaal
* 5 Nederlandse zinnen en woordjes: vertaal
Slide 25 - Slide
Dictée chapitre 3: Les nombres
1. 84
2. 99
3. 600
4. 75
5. 1005
