Thema 5-Hfst 16 Begeleiden van dak- en thuislozen

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 3

Thema: Begeleiden bijzondere doelgroepen

Begeleiden van Dak- en Thuislozen

Wat gaan we doen? 

• Werken in de dak- en thuislozen opvang
• Contact met de hulpverlenende instanties
• De intake
• Het ondersteuningsplan
• De dagbesteding
• Werken aan persoonlijke doelen
• De uitstroom

Werken in de dak- en thuislozen opvang

Werken in een multidisciplinair team: 

• casemanagers
• maatschappelijk werkers
• verpleegkundigen
• psychologen
• persoonlijk begeleiders
• koks

Werken in de dak- en thuislozen opvang

Je moet kunnen: 

• Samenwerken
• Formuleren en rapporteren
• Begeleiden
• Omgaan met veranderingen
• Aandacht en begrip tonen
• Aansturen van vrijwilligers en stagiares

Contact met een hulpverlenende instantie

Het eerste contact met de cliënt is in de aanmeldfase.

Contact komt op verschillende manieren tot stand: 

• Dak- of thuislozen staan niet meer ingeschreven in he bevolkingsregister. Gemeente brengt hen in contact met de trajectmanager
• Mensen die dakloos dreigen te worden kunnen terecht bij de gemeente. 
• Dak- en thuislozen vragen meestal niet om hulp. Hulpverleners zoeken contact om met hen in gesprek te komen. 
• Client kan door verschillende instanties aangemeld worden: politie, huisarts, wijkagent, wijkverpleegkundige, buurthuis of kerk. ALTIJD in overleg met de dak- en thuisloze.

De intake

Nadat de casemanager samen met de cliënt heeft gekozen voor een bepaalde organisatie vindt er een intakegesprek plaats. 

Intake is een eerste kennismaking.

Er wordt een persoonlijk begeleider aangesteltd.

De intakefase

Dak- en thuislozen hebben vooral behoefte aan rust om op krachten te komen. 

In de eerste instantie: bed, bad en brood

De intakefase is over een langere tijd verspreidt. 

Doel: 

kennismaking met de cliënt

kennismaking met de instelling

De intakefase

Kennismaking met de cliënt: 

Beeld krijgen  van de leefgebieden van de cliënt (pag. 205 boek) 

Kennismaking met de instelling

uitleg van de verschillende ruimten en waarvoor deze gebruikt worden. Dagprogramma wordt besproken.  (maaltijden, activiteiten, vaste programma onderdelen, verplicht/ niet verplichte programma onderdelen) 

Het ondersteuningsplan

In het ondersteuningsplan staan de afspraken en doelen in de ondersteuning tussen een cliënt en een zorgaanbieder. 

Doelen waaraan gewerkt wordt: 

wonen, financiën, sociale relaties, lichamelijke/ psychische gezondheid

Opdracht

Maken praktijkopdracht: 

Seb zet een eerste stap

De dagbesteding

Dagbesteding is een doelgerichte, zo veel mogelijk zingevende, gestructureerde invulling van activiteiten om de tijd die we tot onze beschikking hebben te besteden.

Dagbesteding is vaak een verplicht onderdeel van de hulp aan dak- en thuislozen

Werken aan persoonlijke doelen

Aan de hand van een ondersteuningsplan begeleidt je cliënten bij het werken aan hun persoonlijke doelen. 

Werken aan persoonlijke doelen/

ondersteuningsplan

Ondersteuningsplan: 

De analysefase: Je analyseert hoe hij functioneert op de zeven leefgebieden.

1. Wat is de woonsituatie op dit moment? 
2. Hoe gaat het met zijn financiën?
   
3. Zijn er sociale relaties of moeten die worden opgebouwd?
   
4. Hoe gaat het met zijn lichamelijke gezondheid? 
5. Hoe gaat het met zijn psychische gezondheid? 
6. Wat is er betekenisvol is zijn leven? 
7. Welke activiteiten of werkzaamheden worden er uitgevoerd? De planningsfase: 

De planningsfase

De uitvoeringsfase: 

De evaluatiefase: 

Werken aan persoonlijke doelen/

ondersteuningsplan

De planningsfase: Je maakt plannen per leefgebied

De uitvoeringsfase:  Na de planning gaat de student ermee aan de slag 

De evaluatiefase: Ongeveer één keer per week bespreek je hoe het gaat. 

Werken aan zelfregie en zelfvertrouwen

Dak- en thuislozen hebben vaak weinig zelfregie  en weinig zelfvertrouwen. Ze zijn de regie over hun eigen leven vaak kwijt en er wordt veel voor hen bepaald. 

Hierdoor hebben ze vaak de moed niet om zelf zaken aan te pakken of te bepalen. 

Als begeleider kun je het volgende doen om het zelfvertrouwen te vergroten: 

- positief benaderen

- Communiceer open en echt. Blijf hierin authentiek!

- Accepteer ook de minder goede eigenschappen

- Geef ruimte om iets te ondernemen

- Stel niet te hoge eisen

- Grijp niet meteen in als het fout gaat. 

Werken aan een verslaving

Een dakloze verslaafde zal eerst grip moeten krijgen op zijn drank of drugsverslaving voordat je verdere stappen kunt ondernemen. 

Client hoeft niet volledig afgekickt te zijn maar ze moeten wel redelijk kunnen functioneren in het dagelijkse leven. 

Hierbij maakt je ook contact met de verslavingszorg.  

Werken aan psychiatrische problemen

Als begeleider dien je zicht te hebben op de psychische aandoeningen van de cliënten waarmee ze kunnen kampen. 

Juiste behandeling en medicatie geeft de cliënt ruimte in zijn hoofd . Om dit goed georganiseerd te krijgen werk je met de collega's  van de GGZ instelling. 

De GGZ instelling zoekt zo nodig weer contact met andere instellingen zoals de sociale dienst, justitie of woningbouwverenigingen/ 

Samenwerken met andere instanties

Als begeleider specifieke doelgroepen heb je veel verschillende coördinerende taken. Je werkt samen met andere instanties zoals: 

• Politie
• GGZ
• Dagbesteding
• Huis- en tandarts
• Gemeente
• Reclassering

De uitstroomfase

De uitstroomfase is de laatste fase in de hulpverlening. In de meest ideale fase gaat het om zelfstandig wonen. Dat is wat (bijna) iedere dak- en thuisloze wil. 

Toch is dit niet voor iedereen haalbaar. De problemen zijn gewoon te groot/ hardnekkig. 

Onze bureaucratische maatschappij werkt hierin ook niet altijd mee. 

Meestal lukt het om iedere keer een stap te zetten. 

Veel cliënten zien als ideaal als er een vorm van ambulante woonbegeleiding is. De cliënt krijgt dat één keer per week ondersteuning. 

Opdracht in groepjes 

Themaopdracht: 

Inzicht krijgen in de dak- en thuislozenopvang in een gemeente

Afronden

Zijn er vragen?