Persoonlijk voornaamwoord lijdend- en meewerkend voorwerp

Persoonlijk voornaamwoord lijdend- en meewerkend voorwerp
Leerdoelen:
- Je kan het lijdend- en meewerkend voorwerp herkennen
- Je kan het lijdend- en meewerkend voorwerp vervangen door het bijbehorende persoonlijke voornaamwoord.
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Persoonlijk voornaamwoord lijdend- en meewerkend voorwerp
Leerdoelen:
- Je kan het lijdend- en meewerkend voorwerp herkennen
- Je kan het lijdend- en meewerkend voorwerp vervangen door het bijbehorende persoonlijke voornaamwoord.

Slide 1 - Slide

1. Vervang het lijdend voorwerp in de volgende zin door het juiste persoonlijke voornaamwoord: Mañana celebramos el cumpleaños de mi hermana.

Slide 2 - Open question

2. Vervang het lijdend voorwerp in de volgende zin door het juiste persoonlijke voornaamwoord: Yo veo una película.

Slide 3 - Open question

3. Julio tiene dos gatos nuevos.

Slide 4 - Open question

4. Carmen y Alman beben una límonada.

Slide 5 - Open question

5. Vervang het lijdend voorwerp door het juiste persoonlijke voornaamwoord en neem vervolgens de gehele zin over, inclusief hoofdletter en leestekens: Mis primos tienen las llaves.

Slide 6 - Open question

6. Vervang het lijdend voorwerp door het juiste persoonlijke voornaamwoord en neem vervolgens de gehele zin over, inclusief hoofdletter en leestekens: Yo lee un libro.

Slide 7 - Open question

7. Vervang het lijdend voorwerp door het juiste persoonlijke voornaamwoord en neem vervolgens de gehele zin over, inclusief hoofdletter en leestekens: María, ¿tienes las cartas?

Slide 8 - Open question

8. Vervang het meewerkend voorwerp voorwerp door het juiste persoonlijke voornaamwoord:
El profesor de baile explica la coreografía a nosotros.

Slide 9 - Open question

9. Vervang het meewerkend voorwerp voorwerp door het juiste persoonlijke voornaamwoord:
Ana pregunta algo a él.

Slide 10 - Open question

10. Vervang het meewerkend voorwerp voorwerp door het juiste persoonlijke voornaamwoord:
El profesor ha dado un consejo a mí.

Slide 11 - Open question

11. Vervang het meewerkend voorwerp door het juiste persoonlijke voornaamwoord en neem vervolgens de gehele zin over, inclusief hoofdletter en leestekens:
Digo que no me siento bien - a ellos.

Slide 12 - Open question

12. Vervang het meewerkend voorwerp door het juiste persoonlijke voornaamwoord en neem vervolgens de gehele zin over, inclusief hoofdletter en leestekens en p. vnw. op de juiste plek:
Después de la clase de baile duele el pie - a mí

Slide 13 - Open question

13. Vervang het meewerkend voorwerp door het juiste persoonlijke voornaamwoord en neem vervolgens de gehele zin over, inclusief hoofdletter en leestekens en p. vnw. op de juiste plek:
El médico explica el problema - a mi madre y a mí

Slide 14 - Open question

14. Vervang het meewerkend- en lijdend voorwerp door de juiste persoonlijke voornaamwoorden en noteer deze als antwoord.
Después mi madre compra un helado para mí.
Después mi madre __ __ compra.

Slide 15 - Open question

15. Vervang het meewerkend- en lijdend voorwerp door de juiste persoonlijke voornaamwoorden en noteer deze als antwoord.
El profesor de baile explica la coreografía a ellas.
El profesor de baile __ __.
Let op!

Slide 16 - Open question

16. Vervang het meewerkend- en lijdend voorwerp door de juiste persoonlijke voornaamwoorden en noteer deze als antwoord.
El médico da un consejo a nosotros.
El médico __ __ da.

Slide 17 - Open question

17. Vervang het meewerkend- en lijdend voorwerp door de juiste persoonlijke voornaamwoorden en neem vervolgens de gehele nieuwe zin over.
Después mi madre compra un helado para mí.

Slide 18 - Open question

18. Vervang het meewerkend- en lijdend voorwerp door de juiste persoonlijke voornaamwoorden en neem vervolgens de gehele nieuwe zin over.
¿Puedes hacer un té para nosotros?

Slide 19 - Open question

19. Vervang het meewerkend- en lijdend voorwerp door de juiste persoonlijke voornaamwoorden en neem vervolgens de gehele nieuwe zin over.
Vamos a regalar unos flores a ellos.

Slide 20 - Open question

20. Vervang het meewerkend- en lijdend voorwerp door de juiste persoonlijke voornaamwoorden en neem vervolgens de gehele nieuwe zin over.
Él va a comprar el vestido para ti.

Slide 21 - Open question