V&A hoofdstuk 3 deel 2/3

In hoofdstuk 3 kom je veel afkortingen tegen. Wat betekenen de volgende letters?
variabele
opbrengsten
hoeveelheid
totale
kosten
winst
constante
prijs
gemiddelde
G
q
V
K
C
P
T
W
O
1 / 14
next
Slide 1: Drag question
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

In hoofdstuk 3 kom je veel afkortingen tegen. Wat betekenen de volgende letters?
variabele
opbrengsten
hoeveelheid
totale
kosten
winst
constante
prijs
gemiddelde
G
q
V
K
C
P
T
W
O

Slide 1 - Drag question

Koppel de afkorting aan de formule.
TVK / q
TO - TK
GVK + GCK
P x q
TO =
TW =
GTK = 
GVK =

Slide 2 - Drag question

kostenformules
TK = 4q + 60.000
  • de gemiddeld variabele kosten zijn proportioneel (4)
  • de totale constante kosten zijn 60.000

GVK = 4                         GCK = 60.000/q
TVK = 4q                       TCK = 60.000

Slide 3 - Slide

progressief / degressief
De gemiddelde variabele kosten zijn niet altijd proportioneel.
GVK = 0,5q + 3      GVK is progressief   |   [TVK = 0,5q2 + 3q]
GVK = 0,5q2 + 3   GVK is een dalparabool,
                                   dus eerst degressief en na de 'top' progressief 
                                    [TVK = 0,5q3 + 3q]

Slide 4 - Slide

GVK = 680 + 0,02q
De gemiddeld variabele kosten zijn
A
proportioneel
B
progressief
C
degressief
D
een combinatie: progressief+degressief

Slide 5 - Quiz


Doelstelling van een bedrijf
break-even = kostendekking = geen winstoogmerk

TW = 0    |    TO = TK     
GW = 0    |     GO = GTK


Slide 6 - Slide


Doelstelling van een bedrijf
maximale totale winst 

Alleen bij proportioneel gemiddelde variabele kosten geldt:

TW is maximaal als q gelijk is aan de productiecapaciteit.

Slide 7 - Slide

De marginale analyse
Als de (gemiddelde) variabale kosten , progressief/degressief zijn, is de winst maximaal bij de productieomvang (q) waar MO=MK.

Bij de marginale analyse kijk je naar het eerst volgende product.
Is de opbrengst van het volgende product (MO) groter dan de kosten van het volgende product (MK) dan stijgt de totale winst, dus breidt de producent de productie uit.

Slide 8 - Slide

Marginale kosten
De marginale kosten (MK) zijn de extra kosten bij de uitbreiding van de productie met één eenheid.

Als de GVK proportioneel zijn, geldt MK=GVK. Het is een vast bedrag dus een horizontale lijn.
Als de GVK progressief en/ of degressief zijn, is MK afhankelijk van de productieomvang q en dus een formule.

Slide 9 - Slide

Marginale opbrengst
De marginale opbrengst is gelijk aan de marktprijs, MO=GO=P.
Voor de ondernemer is de prijs gegeven daarom geldt dat MO=GO=P een horizontale lijn is.

N.B. dit geldt alleen omdat de producent op de marktvorm volkomen concurrentie geen invloed heeft op de prijs!

Slide 10 - Slide

MK = 16 + q
A
GVK is progressief.
B
GVK is degressief.
C
GVK is een combinatie: progressief/degressief.

Slide 11 - Quiz

MK = 16 + q. MO = 28. Bij welke productieomvang (q) is de winst maximaal?
A
q = 16
B
q = 28
C
q = 12

Slide 12 - Quiz

MO = 16. MK = q + 4.
TK = 0,5q2 + 4q + 40.
Bereken de maximale winst.
A
q = 12 TW = 32
B
q = 16 TW = 24
C
q = 4 TW = 0
D
q = 12 TW = 12

Slide 13 - Quiz

MO = 16. MK = q + 4. TK = 0,5q2 + 4q + 40. 
Bereken de maximale winst.
  1. Bereken eerst de productieomvang q door MO=MK.
    16 = q + 4       q=16-4        q=12
  2. Bereken de winst door TW = TO - TK
    TW = 16 x 12 - (0,5x162 + 4x16 + 40) = 32

Slide 14 - Slide