Dag 4 - De winter

De winter
зима - الشتاء - a tél
Het laatste seizoen van het jaar. In de winter is het erg koud.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ANT2+Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

De winter
зима - الشتاء - a tél
Het laatste seizoen van het jaar. In de winter is het erg koud.

Slide 1 - Slide

De wintermaanden
зимові місяці - أشهر الشتاء - a téli hónapok
De maanden dat het winter is.
December - Januari - Februari

Slide 2 - Slide

Het donker
темно - الظلام - sötétség
Wanneer er geen licht is.
's avonds en 's nachts is het donker.

Slide 3 - Slide

Het licht
світло - الضوء - A fény
Wanneer het niet donker is en de zon schijnt.

Slide 4 - Slide

Het ijs
лід - الجليد - a jég
Wanneer het buiten heel erg koud is wordt het water ijs.

Slide 5 - Slide

De sneeuw
сніг - الثلج - a hó
In de winter kan er in plaats van regen sneeuw uit de lucht vallen.

Slide 6 - Slide

De hagel
град - البرد - a jégeső
Wanneer de regen bevriest voordat het uit de lucht valt.

Slide 7 - Slide

De ijzel
мокрий сніг - متجمد - az ónos eső
Wanneer water dat aan taken of daken zit bevriest. 

Slide 8 - Slide

De kat
Кіт - القط - a macska
Een (huis)dier dat miauwt. 

Slide 9 - Slide

De hond
пес - الكلب - a kutya
Een (huis)dier dat blaft.

Slide 10 - Slide

De eend
качка - البطة - a kacsa
Een dier dat kwaakt, leeft vaak bij het water.

Slide 11 - Slide

Het schaap
вівці - الأغنام - a bárány
Een dier met een hele wollige vacht.

Slide 12 - Slide

Het paard
кінь - الحصان - a ló
Een groot dier dat hinnikt. Je kan er op rijden.

Slide 13 - Slide

De muis
миша - الفأر - az egér
Een (knaag)dier wat heel erg klein is. Het piept als geluid.

Slide 14 - Slide

De koe
корова - البقرة - a tehén
Een dier dat in de wei staat, het maakt 'moo' als geluid.

Slide 15 - Slide