Freizeit und Hobbys

Fantastische Freizeit
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Fantastische Freizeit

Slide 1 - Slide

Ziel

1. Je kent aan het eind van de LessonUp minimaal 10 woorden over: Hobbys und Freizeit.

2. Je kunt minimaal 5 zinnen maken (zeggen) over dit thema.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat doen Duitse jongeren zoal in hun vrije tijd?


  •  Bekijk het volgende filmpje.


  •  Hoeveel vrije tijdsbestedingen hoor je?


  •  Schrijf in het Duits of Nederlands.

      

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Schrijf nu minimaal 8 informatie over wat Duitsers in hun vrije tijd doen. Schrijf in het Nederlands.
timer
0:40

Slide 6 - Open question

Wortschatz
Veel  Duitse woorden lijken op hun Nederlandse vertaalwoorden. Vooral op het gebied van sport zul je veel overeenkomsten  zien. Je gaat met een quiz nu een aantal nieuwe woorden  leren.

Slide 7 - Slide


A
reiten
B
tanzen
C
schwimmen
D
malen

Slide 8 - Quiz


A
malen
B
ins Fitnessstudio gehen
C
singen
D
tanzen

Slide 9 - Quiz


A
singen
B
Rad fahren
C
schwimmen
D
reiten

Slide 10 - Quiz


A
Volleyball spielen
B
Fußball spielen
C
Minigolf spielen
D
Schlittschuh laufen

Slide 11 - Quiz


A
Rad fahren
B
Schi fahren
C
Schlittschuh laufen
D
tanzen

Slide 12 - Quiz


A
gewinnen
B
üben
C
trainieren
D
singen

Slide 13 - Quiz


A
malen
B
singen
C
reiten
D
üben

Slide 14 - Quiz


A
chatten
B
vloggen
C
appen
D
schreiben

Slide 15 - Quiz

Je hebt net 8 nieuwe Duitse woorden geleerd. Weet je nog welke er waren?
Schrijf er minstens drie op in het Duits!

Slide 16 - Open question

Abschluss 
Sätze machen

Slide 17 - Slide

Was sind deine Hobbys? Schreibe mindestens 3 Aktivitäten auf Deutsch auf. Formuliere Sätze.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Was bedeuten die Wörter?

Slide 20 - Slide

Freistoß
A
gele kaart
B
gratis
C
vrije dag
D
vrije trap

Slide 21 - Quiz

Tor
A
poort
B
deur
C
goal / doel
D
kaars

Slide 22 - Quiz

Mauer
A
boer
B
muurtje
C
vrije trap
D
schwalbe

Slide 23 - Quiz

Schwalbe
A
fopduik / schwalbe
B
rode kaart
C
gele kaart
D
fietsen

Slide 24 - Quiz

Schiedsrichter
A
verdediger
B
doelman
C
smid
D
scheidsrechter

Slide 25 - Quiz

Stürmer
A
verdediger
B
lijnrechter
C
aanvaller
D
kerstboom

Slide 26 - Quiz

Eigentor
A
last-minute-goal
B
goal in eigen doel
C
kerstcadeau
D
buiten spel

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Video