This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Bonjour tout le monde !
Start klaar ?
Jas & oortjes uit
Telefoon in zakkie & in je tas
Op tafel: laptop, pen, boek en jdw-map
Timer af: stoppen met praten & de les begint
timer
3:00
Slide 1 - Slide
Présence (Aanwezigheid)
Tout le monde est présent?
(Is iedereen aanwezig?)
Slide 2 - Slide
Programme - semaine 42
Les objectifs d'apprentissage
Aan het einde van de les:
Kan ik de woordenschat, zinnen en grammatica die ik heb geleerd toepassen, gebruiken en herkennen in lees-, schrijf- en invuloefeningen m.b.t. het thema social media.
Kan ik vertellen en vragen beantwoorden over vrije tijd.
Weet ik hoe je de é en de è uitspreekt.
Voorkennis activeren
SO bespreken + oefenen
Introduction chapitre 2
Exercices
Evaluatie
Slide 3 - Slide
Dernier cours ?
- se présenter
- grammaire
- parler de son/sa meilleur ami(e)
Slide 4 - Slide
Formatief SO Frans - Chapitre 1
Apprendre pour le 17 octobre:
Vocabulaire: A, B, E & F p.48-49 (quizlet + slim stampen)
Phrases-clés: C & G p.50
Grammaire: D & H p.51
Slide 5 - Slide
Oefenen voor de SO
Bron D:
+ exercices
Slide 6 - Slide
Oefenen voor de SO
Bron H:
+ exercices
Slide 7 - Slide
Oefenen voor de SO
Bron H:
+ exercices
Slide 8 - Slide
Introduction - Chapitre 2
Slide 9 - Slide
Vocabulaire A - chapitre 2
Au travail!
Slide 10 - Slide
Vocabulaire A - Chapitre 2
Slide 11 - Slide
Vocabulaire B - chapitre 2
Au travail!
Slide 12 - Slide
Vocabulaire B - Chapitre 2
Slide 13 - Slide
Phrases-clés C - chapitre 2
Au travail!
Slide 14 - Slide
Phrases-clés C- Chapitre 2
Slide 15 - Slide
Prarler de son temps libre
Prends des notes....
Slide 16 - Slide
Phrases-clés C- Chapitre 2
Slide 17 - Slide
Exercices: Phrases-clés C
Zelfstandig maken: 13 et 14a p.67
Déjà fini? (al klaar): oefenen voor de SO
Vous avez 10 minutes.
timer
10:00
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Présenter son meilleur ami(e)
Réponds aux questions et traduis les phrases en francais. Utilise les phrases-clés.
1. Qui est ton meilleur ami?
Mijn beste vriend(in) is ...
Ik ken hem/haar sinds .. jaar.
Ik heb (naam) ontmoet op school/werk.....
We zien elkaar vaak/regelmatig/soms....
2. Pourquoi c'est ton meilleur ami?
Omdat hij me goed begrijpt/......
Omdat hij grappig is/......
We houden van uiteten samen/gamen samen/naar de bios gaan....
timer
10:00
Slide 20 - Slide
Uitspraak
Slide 21 - Slide
Grammaire H - chapitre 1
Au travail!
Slide 22 - Slide
Bron H: het werkwoord op -re (présent)
+ video
Slide 23 - Slide
Bron H: het werkwoord op -re (présent)
+ video
Slide 24 - Slide
Exercices: Grammaire H
Exercices: 29abcde, 30bcde, 31 p.44-47
Déjà fini? (al klaar): voca ABEF leren in Quizlet/Slim stampen
Vous avez 10 minutes.
timer
10:00
Slide 25 - Slide
Corriger les exercices
Slide 26 - Slide
Vocabulaire & Phrases-clés - Chapitre 1
Chapitre 1 ''Connecté":
p.49-50
Slide 27 - Slide
Écris deux choses que tu as apprises ou retenues de cet exercice :
Slide 28 - Open question
Evaluatie
Noem twee woorden die je hebt onthouden uit de les.
Slide 29 - Slide
Qu'as-tu appris de cette leçon de français ?
Slide 30 - Open question
Les devoirs pour le prochain cours...
Grandes Lignes - Chapitre 1 (boek A):
Exercices afmaken:
Apprendre vocabulaire A (FR-NL en NL-FR) et B (FR-NL) p.48