Energie en Energiebronnen

Energie en Energiebronnen
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Energie en Energiebronnen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat energie is en verschillende energiebronnen identificeren.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over energie en energiebronnen?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Wat is energie?
Energie is de mogelijkheid om werk te verrichten. Het wordt gemeten in joules (J).

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Soorten energiebronnen
Er zijn verschillende soorten energiebronnen, zoals fossiele brandstoffen, hernieuwbare energiebronnen en nucleaire energie.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen zijn ontstaan uit resten van planten en dieren die miljoenen jaren geleden leefden. Voorbeelden zijn steenkool, olie en aardgas.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hernieuwbare energiebronnen
Hernieuwbare energiebronnen zijn bronnen die constant worden aangevuld, zoals zonne-energie, windenergie en waterkracht.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Nucleaire energie
Nucleaire energie wordt geproduceerd door kernreacties in kerncentrales. Het gebruik van nucleaire energie brengt risico's met zich mee en er zijn strikte veiligheidsmaatregelen nodig.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Energieomzettingen
Energie kan worden omgezet van de ene vorm naar de andere. Bijvoorbeeld van elektrische energie naar thermische energie.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
We hebben geleerd dat energie de mogelijkheid is om werk te verrichten en dat er verschillende energiebronnen zijn, zoals fossiele brandstoffen, hernieuwbare energiebronnen en nucleaire energie. We hebben ook gezien dat energie kan worden omgezet tussen verschillende vormen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.