Het mannetje in de maan.
Lang geleden ging een man op een zondagmorgen naar het bos om hout te hakken. Van het gehakte hout maakte hij een grote takkenbos, wierp die op zijn schouders en keerde huiswaarts.
Onderweg ontmoette hij een kluizenaar, die met toverkracht was begaafd. Deze bleef voor de houthakker staan en sprak tot hem: "Wel man, hoe durf je om op zondag te werken! Weet je dan niet, dat er geschreven staat: zes dagen zul je werken, maar op de zevende dag zul je rusten?"
"Och kom," zei de houthakker vloekend, "wat kan het mij schelen, of het zondag of maandag is! Als ik op zondag werken wil, dan doe ik het." En met een vloek in plaats van een groet wilde hij zich verwijderen.
Maar de kluizenaar sprak: "Dan zal je voor straf en als waarschuwing voor anderen voor eeuwig met uw takkenbos op de rug in de maan zitten."
Hij raakte hem even met zijn toverstaf aan en daar vloog de houthakker naar de maan. Op heldere avonden kunt je hem daar nog altijd met zijn takkenbos zien zitten.