9. segundo SO

¡EVALUACIÓN!
  • Je maakt het SO met pen
  • Er ligt alleen een pen (Tipp-Ex/markers) op je tafel
  • Schrijf eerst je naam en achternaam op. 
  • Zet 'm op jullie kunnen het! 

Klaar? 
Controleer of je alle vragen en je naam hebt ingevuld. 
Je mag nu werken aan een ander vak. 
(niet op je iPad)
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

¡EVALUACIÓN!
  • Je maakt het SO met pen
  • Er ligt alleen een pen (Tipp-Ex/markers) op je tafel
  • Schrijf eerst je naam en achternaam op. 
  • Zet 'm op jullie kunnen het! 

Klaar? 
Controleer of je alle vragen en je naam hebt ingevuld. 
Je mag nu werken aan een ander vak. 
(niet op je iPad)

Slide 1 - Slide

  Rosa

Slide 2 - Slide

¿QUÉ TAL LA EVALUACIÓN?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Slide 4 - Slide

Los objetivos de la tarea 4
1. Ik weet hoe ik werkwoorden op -AR vervoeg.
2. Ik kan het werkwoord ser vervoegen.
3. Ik kan een zin ontkennend maken. 
4. Ik weet iets over de Spaanse taal en andere officiële talen in Spanje. 
5. Ik kan kort iets over mezelf vertellen in het Spaans. 
6. Ik kan een kort briefje schrijven waarin ik over mezelf vertellen in het Spaans. 

Slide 5 - Slide

Het werkwoord SER
tip
Je kan dit werkwoord weer oefenen via het programma Verbuga. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Sleep de vormen van ser naar de juiste plek.
nosotros
yo
él, ella, ud.
vosotros
ellos, ellas, uds.
eres
somos
es
soy
son
sois

Slide 8 - Drag question

De ontkenning
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Respuestas; de ontkenning
1. Emelia no es dentista, es profesora.
2. Manuel no es de Madrid, es de Paris.
3. Luis no habla italiano y neérlandes, habla francés.
4. El cantante no se llama Julio Martínez, se llama Julián Moreno.
5. Los taxistas no son de Madrid, son de Roma.
6. Isabel no es enfermero. No trabaja en un hospital. 
Isabel es recepcionista, trabaja en una oficina.

Slide 11 - Slide

Leesvaardigheid
Maak in je module Spaans (zie boeken app) opdracht 4.10

página cuarenta y cinco (45) + cuarenta y seis (46).



Slide 12 - Slide

Vamos a trabajar en grupos
En grupos de 4 personas
Jullie zijn in Salamanca voor een talencursus Spaans. Jullie kennen elkaar nog niet en raken in gesprek met elkaar. 

Schrijfopdracht 1:
Schrijf een gesprek uit tussen jullie 4. 

Spreekopdracht 2: 
Voer samen het gesprekje, help elkaar bij de juiste uitspraak. 
tip: gebruik de woordenlijst!

Slide 13 - Slide

Los deberes 

Oefen met schrijfvaardigheid; 
Maak de opdracht op de volgende pagina, in je schrift. 
We zullen het de volgende les samen bespreken.

Leren: 
Herhalen woordenschat
Oefenen voor de toetsweek.
viernes, 26 de noviembre

Slide 14 - Slide

Schrijfvaardigheid
Schrijf een verhaaltje in de schrift, waarin je de volgende punten verwerkt
➢ Begin met een begroeting.
➢ Stel jezelf voor.
➢ Zeg waar je vandaan komt.
➢ Vertel waar je woont.
➢ Vertel hoe oud je bent.
➢ Zeg ook wanneer je verjaardag is.
➢ Neem afscheid. 
Hulpmiddel: 
Je woordenlijst!

Slide 15 - Slide