9. De ontkenning

Los deberes 
Maken:
Opdracht 1 - pagina 23 in je tekstboek
Opdracht 1 + 2 pagina 28 in je tekstboek

Leren:
Woordjes tarea 1 herhalen voor de toetsweek

miércoles, 16 de noviembre, primera hora
1 / 40
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Los deberes 
Maken:
Opdracht 1 - pagina 23 in je tekstboek
Opdracht 1 + 2 pagina 28 in je tekstboek

Leren:
Woordjes tarea 1 herhalen voor de toetsweek

miércoles, 16 de noviembre, primera hora

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

Voorstellen in het Spaans
Hoy en la clase de español
  • Huiswerk nakijken 
  • SO inhalen
  • Leesvaardigheid
  • Werkwoorden
  • De ontkenning
  • Schrijfvaardigheid

Leerdoel: 
Ik kan een zin ontkennend maken in het Spaans

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

¡El objetivo de la semana!
Ontkenning (no)
Werkwoorden (ar of ser)
  • 3 vragen bedenken
  • 3 klasgenoten beantwoorden de vragen aan het einde van de les!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

SO INHALEN
Xavi en Jayden

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk controle
Página 23 - ejercicio 1
1. b
2. a
3. a
4. a
5. c
6. c
7. c
8. b
9. c
Página 28 - ejercicio 1
a. holandesa
b. francés - Francia
c. inglesa
d. italiano - Italia
e. colombiana - Colombia

Ejercicio 2
Van links naar rechts:  
Paola - John - Sr. Pérez - Jean Pierre - Henry

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met leesvaardigheid
In de toetsweek start je een proefwerk altijd met een leestekst.
Je kan je daarop voorbereiden door de woordjes goed te leren. 

Tip: het is helemaal niet erg als je niet alle woorden uit de tekst kent. Zorg dat je antwoord kan geven op de vragen!

Oefenen maarrrrrr

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Op de volgende pagina vind je de vragen die bij de tekst horen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Beantwoord de vragen in het Nederlands

1. Wat is de nationaliteit van Julia? 
2. Hoe oud is Julia? 
3. Julia is arts. Waar of niet waar?
4. Welke talen leert Julia? 
5. Waar komt haar vriendin Anouk vandaan?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Controla las respuestas
Nakijken


1. Wat is de nationaliteit van Julia? Spaans
2. Hoe oud is Julia? 20 / twintig 
3. Julia is arts. Waar of niet waar? Niet waar (ze studeert)
4. Welke talen leert Julia? Nederlands en Italiaans 
5. Waar komt haar vriendin Anouk vandaan? Uit Nederland 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De tekst in het Nederlands!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel:
Ik kan de werkwoorden op AR vervoegen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Sleep de Spaanse vertaling naar het bijpassende Nederlandse persoonlijke vnw.
ik
jij
hij
zij
u
wij
jullie
zij (mv)
u (mv)
vosotros
él
ustedes
yo
ellos
nosotros
ella
usted

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Welke uitgang hoort bij welk persoonlijk voornaamwoord?
nosotros
yo
él, ella, ud.
vosotros
ellos, ellas, uds.
áis
o
amos
as
an
a

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Werkwoorden op -AR
  1. Maria _____ (caminar) en el parque. 
  2. Tú ______ (hablar) muy rápido. 
  3. Rocío y yo _______ (cocinar) paella. 
  4. Carmen y tú _______ (estudiar) español. 
  5. Yo ________ (nadar) en la piscina. 
  6. Ellos _________ (bailar) en la discoteca. 
  7. Juan y Carlos __________ (comprar) un coche. 
  8. Usted _________ (escuchar) música. 
Schrijf de antwoorden in je schrift!
maak deze opdracht in je schrift

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Las respuestas 
(de antwoorden)
  1. Maria camina en el parque. 
  2. hablas muy rápido. 
  3. Rocío y yo cocinamos paella. 
  4. Carmen y tú estudiáis español
  5. Yo nado en la piscina. 
  6. Ellos bailan en la discoteca. 
  7. Juan y Carlos compran un coche. 
  8. Usted escucha música. 
Schrijf de antwoorden in je schrift!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel:
Ik kan het onregelmatige werkwoord 'ser' vervoegen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Het werkwoord SER
tip
Je kan dit werkwoord weer oefenen via het programma Verbuga. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Het werkwoord SER

  1. Pablo ________ (ser) un chico.
  2. Yo ________ (ser) holandés. 
  3. Paco y Lola _________ (ser) amigos. 
  4. Vosotros _________ (ser) muy amables. 
  5. Tú ____________ (ser) de Italia. 
  6. Marta y yo __________ (ser) familia.  
Schrijf de antwoorden in je schrift!
maak deze opdracht in je schrift

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Las respuestas
(de antwoorden)

  1. Pablo es un chico.
  2. Yo soy holandés.
  3. Paco y Lola son amigos. 
  4. Vosotros sois muy amables. 
  5. eres de Italia. 
  6. Marta y yo somos familia.  
Schrijf de antwoorden in je schrift!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

VUL IN:
- bailar
- caminar
- cantar
- estudiar
- hablar
- trabajar
- ser (onregelmatig!)
KIES:
PRESENTE
¡A PRACTICAR!

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel:
Ik kan zinnen ontkennend maken.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

De ontkenning
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO
NO

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting

  • No betekent nee, niet en geen
  • Het woord no staat altijd voor het werkwoord.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Respuestas; de ontkenning
1. Emelia no es dentista, es profesora.
2. Manuel no es de Madrid, es de Paris.
3. Luis no habla italiano y neérlandes, habla francés.
4. El cantante no se llama Julio Martínez, se llama Julián Moreno.
5. Los taxistas no son de Madrid, son de Roma.
6. Isabel no es enfermero. No trabaja en un hospital. 
Isabel es recepcionista, trabaja en una oficina.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

De ontkenning
1. Pablo es inteligente. 
2. Pepe y Juan trabajan mucho. 
3. Luisa y yo somos de Buenos Aires. 
4. Mi hermano canta en la ducha.
5. Raúl y tú hablan alemán. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Respuestas (de antwoorden)
1. Pablo no es inteligente. 
2. Pepe y Juan no trabajan mucho. 
3. Luisa y yo no somos de Buenos Aires. 
4. Mi hermano no canta en la ducha.
5. Raúl y tú no hablan alemán. 

NO KOMT ALTIJD VOOR HET WERKWOORD IN DE ZIN.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

La pronunciación
V = B
J = G
U = OE
A/E/O = kort
H = niet uitspreken
OE/IE/EU =
los uitspreken
CH = tsj
LL = J
ñ = nj
Y = los een ie en in een woord een j
Valencia / vivo
Mallorca
Chocolate
España
poema / tienes/ Reus
Jamón 
Hola
casa / hola / vivo
usted
yo / soy

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

¡El objetivo de la semana!
Ontkenning (no)
Werkwoorden (ar of ser)
  • 3 vragen bedenken
  • 3 klasgenoten beantwoorden de vragen aan het einde van de les!

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Los deberes 
Leren voor de toetsweek!

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel:
SCHRIJFVAARDIGHEID

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Vamos a escribir
Jullie gaan een Spaanse instagram post maken!

1. 
➢ Begin met een begroeting.
➢ Stel jezelf voor (naam).
➢ Zeg waar je vandaan komt (land/nationaliteit).
➢ Vertel waar je woont.
➢ Vertel hoe oud je bent.
➢ Vertel wat je telefoonnummer is (getallen voluit).
➢ Zeg ook wanneer je verjaardag is.
➢ Neem afscheid.  


2. Laat hier je creativiteit zien! 
Gebruik kleur/tekeningen...

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Instagram opdracht
1. Zorg dat alle onderwerpen in je Spaanse verhaal zitten.
Je mag hierbij je woordenlijst/module gebruiken. 

2. Maak je instagram post zo creatief mogelijk. Gebruik bijvoorbeeld leuke kleuren en maak een mooie tekening.

3. Lever je instagram post bij mij in! 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Vamos a escribir
➢ Begin met een begroeting.
➢ Stel jezelf voor.
➢ Zeg waar je vandaan komt.
➢ Vertel waar je woont.
➢ Vertel hoe oud je bent.
➢ Zeg ook wanneer je verjaardag is.
➢ Neem afscheid. 
Hola:
Soy Laura Musters.
Soy de los Países Bajos.
Vivo en Tilburgo.
Tengo veintisiete años.
Mi cumpleaños es el trece de marzo.
¡Hasta luego!

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Los deberes > un ejemplo:
➢ Begin met een begroeting.
➢ Stel jezelf voor.
➢ Zeg waar je vandaan komt.
➢ Vertel waar je woont.
➢ Vertel hoe oud je bent.
➢ Zeg ook wanneer je verjaardag is.
➢ Neem afscheid. 
Hola:

Soy Laura Musters. 
Soy de los Países Bajos. 
Vivo en Tilburgo. 
Tengo veintiséis años. 
Mi cumpleaños es el trece de marzo. 

¡Hasta luego!

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

1. Ga naar www.kahoot.it

2. De game pin krijg je van mij

3. Vul je eigen (Spaanse) naam in.

Slide 40 - Slide

https://create.kahoot.it/share/modulo-1/dd0e9db7-0f59-4700-848b-ff1fb1f82c88