V6- Politiek en economie ZA

vraag 1: Hoe heet de politieke organisatie van Zuid-Amerika?
A
UNASUR
B
EU
C
Mercosur
D
BRICS
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

vraag 1: Hoe heet de politieke organisatie van Zuid-Amerika?
A
UNASUR
B
EU
C
Mercosur
D
BRICS

Slide 1 - Quiz

Vraag 2: Wat is juist?
A
Brazilië is het enige land in Zuid-Amerika waar Portugal koloniseerde
B
Brazilië heeft vnl. grondstoffen, de andere Zuid-Amerikaanse landen vooral landbouwproducten
C
Colombia binnen Zuid-Amerika de grote vriend van Brazilië, waar Brazilië veel mee handelt
D
De Mercosur is de opvolger van de UNASUR. De Mercosur is meer politiek dan de UNASUR

Slide 2 - Quiz

vraag 3: Beoordeel onderstaande stellingen.

I: Na de politieke onafhankelijkheid van Zuid-Amerika, mislukte een poging te industrialiseren door de strategie van importsubstitutie.

II: Door globalisering neemt de regionale ongelijkheid in semi-perifere landen meestal af.

A
I is juist, II is onjuist
B
I is onjuist, II is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 3 - Quiz

Vraag 4: De sociale polarisatie neemt in Zuid-Amerika eindelijk af. Welk politiek systeem draagt daaraan bij?
A
Neoliberalisme
B
Bottom-up democratisering
C
Oligarchische regimes
D
Clientelisme

Slide 4 - Quiz

Vraag 5: Tijdens de Spaanse overheersing in ZA was er in de praktijk sprake van
A
een formele machtsstructuur en populisme
B
een informele machtsstructuur, oligarchie en clientelisme
C
een democratie en neopopulisme

Slide 5 - Quiz

Vraag 6: In 1825 bestond vrijwel heel Zuid Amerika uit onafhankelijke landen (uitzonderingen Suriname en Guyana) Welk politiek systeem kreeg na 1825 de overhand in Zuid-Amerika?
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Liberalisme
D
Populisme

Slide 6 - Quiz

Vraag 7: Wat was de eerste stabiele bestuursvorm die in veel Zuid Amerikaanse landen kwam na de onafhankelijkheid in de 19e eeuw?
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Oligarchie
D
Populisme

Slide 7 - Quiz

Vraag 8: Tussen 1930 en 1960 kwam het populisme op. Deze regeringsvorm is een
A
dictatuur die tegen de oligarchie is
B
dictatuur die de oude elite in stand wil houden
C
democratie die tegen de oligarchie is

Slide 8 - Quiz

Vraag 9: Welk begrip past niet bij de politiek van voor 1980 (in Z-Amerika)?
A
populisme
B
centralisme
C
dictatuur
D
neoliberalisme

Slide 9 - Quiz

Vraag 10: Massabeweging .......
A
hierbij protesteert de bevolking massaal tegen overheidsbeleid
B
hierbij beweegt het gesteente langs de berghelling naar beneden
C
is hetzelfde als populisme
D
is hetzelfde als bottom-up democratisering

Slide 10 - Quiz

Vraag 11: 2 beweringen- atlas toegestaan:
1. Zuidoost-Azië was eerder politiek onafhankelijk dan Zuid-Amerika
2. De afhankelijkheid in de export van grondstoffen is in Zuid-Amerika groter dan in Zuidoost-Azië
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering is juist bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist bewering 2 is juist

Slide 11 - Quiz

Vraag 12: Wat is voor de meeste Zuid-Amerikaanse landen de juiste volgorde wat politieke
ontwikkelingen betreft?
A
populisme, oligarchie, bottom-up democratisering, neoliberalisme
B
oligarchie, populisme, neoliberalisme, bottom-up democratisering
C
populisme, neoliberalisme, bottom-up democratisering, oligarchie
D
oligarchie, neoliberalisme, populisme, bottom-up democratisering

Slide 12 - Quiz

Vraag 13
Zuid-Amerika
Zuid0ost-Azië
Beide
Grote regionale ongelijkheid tussen en binnen landen
Erfenis van een koloniale infrastructuur
Fragmentarische modernisering
Mislukte importsubstitutie
Betere regionale infrastructuur
Geringere diversificatie economie

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Link

De onderlinge handel tussen Zuid-Amerikaanse landen is vrij beperkt. Leg uit waarom het exportpakket van Zuid-Amerikaanse landen hier een belangrijk rol bij speelt

Slide 15 - Open question

Interne relaties, zoals investeringen en samenwerkingsverbanden, komen
binnen Zuid-Amerika eenvoudiger tot stand dan in Sub-Sahara Afrika.

Beredeneer dit vanuit politiek-historisch oogpunt.

Slide 16 - Open question

De Zuid-Amerikaanse politiek werd decennialang gekenmerkt door oligarchische regeringsvormen.
De laatste jaren is ook het populisme in opkomst. Geef aan:
1. waarom veel Zuid-Amerikaanse landen door oligarchische systemen een hoge score op de gini-coëfficiënt hebben gekregen;
2. hoe globalisering bijdraagt aan de opkomst van het populisme in Zuid-Amerika.

Slide 17 - Open question