HAVO 1 - Unit 3 - Lesson 3.1 - reading

UNIT 3 - FASHION
Lesson 1: reading
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

UNIT 3 - FASHION
Lesson 1: reading

Slide 1 - Slide

Lesindeling
  1.  Leerdoelen bespreken
  2. Belangrijke informatie bespreken 
  3. Grammatica uitleg (present continuous)
  4. Werkblad maken & bespreken 
  5. Huiswerk maken 
  6. Terugkomen op de leerdoelen

Slide 2 - Slide

Learning goals
  • Je kunt eenvoudige advertenties met weinig afkortingen begrijpen. 
  • Je kunt de hoofdlijnen begrijpen van teksten in een tijdschrift, krant of op een website.
  • Je kunt de present continuous correct gebruiken in een Engelse zin.

Slide 3 - Slide

Belangrijke informatie 
Toetsen: 
  • 27th of January (pww): test unit 3
  • 7th of February: listening test


Slide 4 - Slide

Belangrijke informatie 
Een berichtje sturen naar je docent, hoe doe je dat?


Slide 5 - Slide

Bericht sturen
Via Teams/Parkdreef app als volgt: 
- aanhef: beste/hallo/hoi/goedemiddag mevrouw (van Meijeren)
- inhoud: toets gemist / langere tijd ziek / prangende vragen over toetsstof (wanneer jullie geen les meer hebben voor een toetsmoment) / etc.  -> alleen dringende zaken dus
- afsluiting: groeten/groetjes/met vriendelijke groet NAAM KLAS


Slide 6 - Slide

De present simple 
Hoe ging dat ook alweer? 

Slide 7 - Slide


Wat is de present simple?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd
C
Toekomst

Slide 8 - Quiz

Present simple:

Wat is de regel van de present simple?
A
SHIT-regel
B
hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s (bij he, she, it)
C
Hele werkwoord
D
Werkwoord + -ed

Slide 9 - Quiz

Present simple 
De present simple geeft aan dat een werkwoord in de tegenwoordige tijd staat. Je gebruikt de present simple als iets altijd, nooit, of regelmatig gebeurt.

You dance (bij I , you, we, they -> hele ww)
He dances (bij he, she, it -> hele ww + s)

Slide 10 - Slide

Maar hoe zit het dan met de....

Slide 11 - Slide

Present continuous 
present = tegenwoordige tijd
continuous = constant/doorgaand

"I am teaching"


Slide 12 - Slide

Present continuous 
Je gebruikt de present continuous wanneer je wil aangeven dat iets op dit moment gebeurt.

She is working on her speech at the moment.
They are playing with each other. 

Slide 13 - Slide

Present continuous 
Je vormt de present continuous op de volgende manier:

vorm van to be (am/are/is) + werkwoord + -ing

Slide 14 - Slide

Bedenk nu zelf twee zinnen waarin je een present continuous gebruikt

Slide 15 - Open question


Wat is de present continuous?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd (het vindt nu plaats)
C
Toekomst
D
Tegenwoordige tijd die regelmatigheid aangeeft

Slide 16 - Quiz

Present continuous:

Wat geef je aan met de present continuous?
A
Iets dat altijd, nooit of regelmatig gebeurt
B
Iets dat NU aan de gang is
C
Iets dat is gebeurd in het verleden

Slide 17 - Quiz

Present continuous:

Wat is de regel van de present continuous?
A
hele ww+ -ed
B
shit = hele ww+ -s
C
vorm van to be (am/are/is) + hele ww+ -ing
D
ww + ing

Slide 18 - Quiz

Present continuous: vragend
Hoe maak je de present continuous vragend?
' is/am/are' + onderwerp + hele werkwoord + - ing


Am I talking too fast?
Is he talking too fast?
Are we talking too fast?

Slide 19 - Slide

Present continuous: ontkennend
Subject +
Form of to be +
Not
Verb + ing
I
Am/’m
not
Watching
TV.
You/we/they
Are/’re
not
Watching
TV.
He/she/it
Is/’s
not
Watching
TV.

Slide 20 - Slide

Welke bewering hoort bij welke tijd?
Present simple
Present continuous
Een vraag maken doe je met dezelfde ww als een normale zin.
Bij een ontkenning komt er alleen not bij de vormen te staan.
Wil je een vraag maken? Dan heb je een extra ww nodig.
Werk je met he/she/it, let dan op die s!

Slide 21 - Drag question

Present continuous
Present simple
Now
Tomorrow
At the moment
Yesterday
Everyday
Look!

Slide 22 - Drag question

Get to work 
  • Start working on the present continuous worksheet

Finished?
  • Study vocabulary 3.1 on p. 168 / Study Go


timer
15:00

Slide 23 - Slide

Homework
  • Do exercises 1, 2, 3, 4, 5 & 8 on p. 89 - 93
  • Study vocabulary 3.1 on p. 168 / Study Go



Slide 24 - Slide


Wat is de present continuous?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd (het vindt nu plaats)
C
Toekomst
D
Tegenwoordige tijd die regelmatigheid aangeeft

Slide 25 - Quiz