20-21 / Goederenstroom H4 par. 4.8 servicegraad

• Retail
• MBO
• Studiejaar 1

Goederenstroom 

Klas 25155OSLD0A1

Verkoopspecialist Retail

Schooljaar 2020-2021

Docent Robbert Evers

Inhoud les

• Lesdoelen en examentermen
• Herhaling bestelpunt (par. 4.7)
• Uitleg servicegraad (par. 4.8)
• Afgewisseld met oefenopgaven
• Zelfstandig oefenen (document met vragen)
• Bespreken oefenopgaven
• Huiswerk

Doel van deze les (tevens examentermen):

• Herhalen bestelpunt. Je moet het begrip,
    de berekening en de invloedsfactoren
    kennen.
• Je leert wat servicegraad is.
• Je leert de relatie tussen servicegraad en
    voorraadhoogte.

Herhaling bestelpunt

• Bestelpunt is de hoogte van de voorraad waarbij je moet gaan bestellen.
• Levertijd is de tijd die zit tussen het moment van bestellen en leveren.
• Minimumvoorraad is de voorraad die nodig is om de levertijd tussen het bestelpunt en de
   aflevering van de bestelling te overbruggen.
• Veiligheidsvoorraad is een voorraad die afwijkingen in de vraag kan opvangen als die vraag
   groter is dan verwacht tijdens de levertijd.
• Signaalvoorraad: als je op vaste momenten bestelt (sQ- of sS-bestelmethode), moet je bij het vaststellen rekening houden
   met het bestelinterval (elke 2e en 4e dinsdag van de maand bestellen --> bestelinterval is twee weken)

Servicegraad (par. 4.8)

Servicegraad:

• Is de mate waarin je aan de vraag naar een product kunt voldoen.
• Druk je uit in procenten.
• Hoe hoger de servicegraad, hoe meer klanten het product op het
   gewenste moment kunnen kopen.

Oefenopgave

• De artikelgroep bordspellen kent 85 verschillende artikelen. Vlak voor het
   moment van levering blijkt dat er van 7 artikelen geen voorraad meer is. 
• Er zijn dus nog 78 artikelen te koop. 
  
• Vraag: bereken de servicegraad.
  
• Uitwerking op bord.

Servicegraad 100%

• Bij een servicegraad van 100% zijn dus alle artikelen van een artikelgroep op voorraad en heb je geen "nee-verkoop".
• Uit kostenoverweging zal een winkel niet altijd een servicegraad van 100% nastreven. 
• Voorbeeld:

              - verse broodjes in een supermarkt

              - 's morgens nog een servicegraad van 100%

              - zal aan het einde van de middag minder zijn (worden geen broodjes meer bij gebakken)

De werkelijke omzet is € 580.000 en de servicegraad is 93%. Hoeveel bedraagt de mogelijke omzet?

Samenvattend

• Jullie hebben in deze les herhaling gehad over bestelpunt en
    signaalvoorraad en het berekenen hiervan
• Jullie hebben geleerd wat servicegraad is en hoe je dit moet berekenen.

Huiswerk

• Maken vragen 62 t/m 67 op pag. 181 t/m 182 uit je boek.
•