This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Goedemorgen
vandaag:
- Terugblik 3.4
- Uitleg 3.5
- Zelf aan de slag met de opdrachten
Slide 1 - Slide
Hoe kun je proeven?
Slide 2 - Open question
Je kan 5 smaken proeven met je tong, wat proef je niet met je tong?
A
Vanille
B
Bitter
C
Umami
D
Zuur
Slide 3 - Quiz
welke 5 smaken zijn er?
A
zoet, zuur, zout, bitter en umami
B
zoet, zuur, pittig, kruidig en umami
C
zuur, bitter, zout, umami en pittig
D
zuur, zout, bitter, sappig en zoet
Slide 4 - Quiz
Waar in de neus zitten (vooral) de reukzintuigcellen?
A
Achter, bovenin de neus
B
Voorin de neus, vlak bij de neusgaten
C
In de bijholten van de neus
Slide 5 - Quiz
Je kunt een groter aantal smaken proeven dan geuren ruiken
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
3.5 Samenhang - Gamen en gezondheid
Terugblik op alle andere paragrafen
Dus wat weet je nog?
Slide 7 - Slide
zintuigen
Slide 8 - Mind map
Wat weet je nog over ogen?
Slide 9 - Open question
Je kunt bij de onderdelen van het oor de juiste functie zoeken
Oorsmeerkliertjes
Gehoorzenuw
Trommelvlies
Slakkenhuis
Zet geluidstrillingen om in impulsen (= elektrisch signaal)
Vervoert impulsen naar de hersenen
Geeft geluidstrillingen door aan gehoorbeentjes
Houden het trommelvlies soepel
Slide 10 - Drag question
A
Het geluid wordt hoger
B
Het geluid wordt harder
C
Het geluid wordt lager
D
Het geluid wordt zachter
Slide 11 - Quiz
Proeven doe je alleen met je tong
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quiz
Welke bewering is juist? 1. Als je, je neus dichthoudt tijdens het proeven van eten komt de geur niet langs je reukzintuig 2. Bij het proeven van bitter lemon reageren andere smaakzintuigen dan bij suikerwater